Operation Manual

11
EnviLine A/W Split • 6 720 816 441 (2015/06)
Inspectie en onderhoud 5
Afb. 6 Filtervariant zonder borgring
Kap weer opschroeven (met de hand).
Ventiel openen (4).
5.8 Drukbewaking en oververhittingsbeveiliging
Wanneer de drukbewaking is geactiveerd, wordt deze automatisch te-
ruggezet, nadat de installatiedruk de juiste waarde weer heeft bereikt.
Druk op de manometer controleren.
Wanneer de druk minder is dan 0,5 bar, druk langzaam door vullen
van water via het vulventiel tot maximaal 2 bar verhogen.
Bij twijfel over de procedure de installateur van de installatie raadple-
gen.
Resetten van de oververhittingsbeveiliging op de binnenunit IDU Split T/
TS:
Voorwand onder uittrekken en naar boven toe afnemen.
Toets op de oververhittingsbeveiliging krachtig indrukken.
Voorwand weer plaatsen.
Resetten van de oververhittingsbeveiliging op de binnenunit IDU Split E:
De installateur van de installatie raadplegen.
Afb. 7 Binnenunit IDU Split E
[1] Manometer
Afb. 8 Binnenunit IDU Split E
[1] Resetten oververhittingsbeveiliging
Drukbewaking en oververhittingsbeveiliging zijn alleen
in binnenunits met geïntegreerde elektrische bijverwar-
ming aanwezig. Wanneer de oververhittingsbeveiliging
is geactiveerd, moet deze handmatig worden gereset.
Drukbewaking en oververhittingsbeveiliging zijn in serie
geschakeld. Op de bedieningseenheid HMC300 gege-
ven alarmen of informatie wijzen dus op een te lage in-
stallatiedruk of een te hoge temperatuur van de
elektrische bijverwarming.
1.
2.
2.
1.
1
2
3
4
6 720 805 915-01.1I
1 6 720 810 156-11.1I
6 720 814 469-10.1I
1