Operation Manual

11
EnviLine A/W Monoblock • 6 720 817 800 (2015/08)
Inspectie en onderhoud 5
5.7 Reinig de condensbak – ODU Monoblock 5...17
Als de bedieningseenheid HMC300 een alarm weergeeft dat de warmte-
pomp gereinigd moet worden, verontreinigingen en bladeren die de ont-
dooifunctie beïnvloeden uit de condensbak verwijderen.
Beschermingsplaat afschroeven.
De condensbak met een doek of een zachte borstel reinigen.
De beschermplaat weer aanbrengen.
Afb. 6 De condensbak van de buitenunit
[1] Condensbak
5.8 Deeltjesfilter
Deeltjesfilter controleren
Het filter voorkomt, dat verontreinigingen uit de cv-installatie in de
warmtepomp terecht komen. Dichtgeslibde filters kunnen storingen tot
gevolg hebben.
Filterreiniging
Ventiel sluiten (1).
Kap (met de hand) afschroeven (2).
Filter uitnemen en onder stromend water reinigen.
Filter weer monteren. Let erop voor een juiste montage, dat de gelei-
dingen in de uitsparingen op het ventiel passen (3).
Afb. 7 Filtervariant zonder borgring
WAARSCHUWING: De dunne aluminium wanden van
de verdamper hebben scherpe randen, zijn kwetsbaar
en kunnen door onoplettendheid beschadigd worden.
Draag beschermende handschoenen ter bescher-
ming tegen snijletsel.
Ga voorzichtig te werk om de lamellen niet te bescha-
digen.
6 720 809 065-11.1I
1
Voor het reinigen van het filter hoeft de installatie niet te
worden afgetapt. Het filter is in het algemeen in de af-
sluitkraan geïntegreerd en moet in de cv-retour zijn geïn-
stalleerd.
1.
2.
2.
1.
1
2
3
4
6 720 805 915-01.1I