Operation Manual

10
EnviLine A/W Monoblock • 6 720 817 800 (2015/08)
Inspectie en onderhoud5
4.5 Favorietenfuncties
Via de fav-toets heeft u direct toegang tot veel gebruikte functies voor cv-
circuit 1. De eerste bediening van de fav-toets opent het menu voor de
configuratie van het favorietenmenu. Daar kunt u uw persoonlijke favo-
rieten opnemen en eventueel later het favorietenmenu nog beter aan uw
behoeften aanpassen.
De functie van de fav-toets is onafhankelijk van het in de standaardweer-
gave getoonde cv-circuit. Via het favorietenmenu gewijzigde instellingen
zijn altijd alleen aan cv-circuit 1 gerelateerd.
5 Inspectie en onderhoud
De warmtepomp heeft slechts weinig inspectie en onderhoud nodig.
Voer de volgende inspectie- en onderhoudsstappen enkele malen per
jaar uit om te zorgen dat het maximale vermogen en rendement van de
warmtepomp behouden blijft:
Verontreinigingen en bladafval op de verdamper en de behuizing ver-
wijderen
5.1 Vuil en bladafval verwijderen
Verwijder vuil en bladafval met een handbezem.
5.2 Buitenmantel
In de loop der tijd hoopt zich stof en ander vuil op in de buitenunit van de
warmtepomp.
Reinig de buitenkant indien nodig met een vochtige doek.
Scheuren en schade aan de behuizing moeten met roestwerende verf
worden hersteld.
Ter bescherming van de lak kan een waslaag worden aangebracht.
5.3 Verdamper
Eventueel op het verdamperoppervlak afgezette aanslag (bijvoorbeeld
stof of vuil) afwassen.
Reinigen verdamper:
Reinigingsmiddel op de verdamperlamellen op de achterzijde van de
warmtepomp sproeien.
Aanslag en reinigingsmiddelen met water volledig afspoelen.
5.4 Sneeuw en ijs
In bepaalde geografische regio's of bij veel sneeuwval kan sneeuw zich
ophopen aan de achterzijde en op het dak van de warmtepomp. Verwij-
der de sneeuw om te voorkomen dat daardoor ijsvorming optreedt.
Maak het dak vrij van sneeuw.
IJs kan met warm water worden afgespoeld.
5.5 Vochtigheid
Onder de buitenunit kan door condenswater, dat niet in de condensbak
wordt opgevangen, vocht worden gevormd. Dat is normaal en er zijn
geen speciale maatregelen nodig.
5.6 Controle van de overstortventielen
Het overstortventiel mag alleen druppelen, wanneer de maximaal
toegestane druk in de cv-installatie is overschreden. Wanneer het
overstortventiel onder 2 bar nog druppelt, neem dan contact op met
de installateur van de installatie.
Waarborg, dat de afvoer van het overstortventiel zichtbaar in de ver-
zamelafvoer wordt afgeleid.
Bediening Resultaat
Wanneer u toegang wilt verkrijgen tot een favorietenfunctie: favorietenmenu openen
Fav-toets indrukken om het favorietenmenu te openen.
Keuzetoets draaien en indrukken om een favorietenfunctie te kiezen.
Instellingen wijzigen (bediening als bij het instellen in het hoofdmenu).
Wanneer u de lijst met favorieten aan uw behoeften wilt aanpassen: favorietenmenu aanpassen
Fav-toets indrukken en ingedrukt houden tot het menu voor de configuratie van het favorietenmenu wordt getoond.
Keuzetoets draaien en indrukken om een functie te kiezen (Ja) of om de keuze op te heffen (Nee).
De wijzigingen zijn meteen van kracht.
Terug-toets indrukken om het menu te sluiten.
Tabel 7 Favorietenfuncties
6 720 816 398-15.1O
GEVAAR: door elektrocutie.
Elektrische aansluitingen voor onderhoud aan de in-
stallatie spanningsloos schakelen (zekering, installa-
tieautomaat).
Schade aan de installatie door gebruik van verkeerde rei-
nigingsmiddelen!
Gebruik geen zuur- of chloorhoudende of basische
reinigingsmiddelen of schurende reinigingsmidde-
len.
WAARSCHUWING: De dunne aluminium lamellen zijn
gevoelig en kunnen gemakkelijk beschadigd raken.
Droog de lamellen nooit direct af met een doek.
Draag bij het schoonmaken veiligheidshandschoe-
nen, om de handen tegen snijwonden te bescher-
men.
Gebruik geen hoge waterdruk.
OPMERKING: Wanneer in de buurt van de binnenunit of
de fan coil units vaak vocht wordt gevormd tijdens koel-
bedrijf, kan dit duiden op een gebrekkige condensatie-
isolatie.
Bij vocht in de buurt van de componenten van de cv-
installatie de warmtepomp uitschakelen en de instal-
lateur van de installatie raadplegen.
De overstortventielen moeten
1-2 maal per jaar worden gecontroleerd.
Uit de uitmonding van het overstortventiel kan water
druppelen. De uitmonding van het overstortventiel (af-
voer) mag nooit worden afgesloten.