Installation Instructions
Table Of Contents
- Inhoudsopgave
- 1 Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen
- 1.1 Uitleg van de symbolen
- 1.2 Algemene veiligheidsinstructies
- 2 Leveringsomvang
- 3 Algemeen
- 4 Technische instructies
- 5 Afmetingen, minimale afstanden en leidingaansluitingen
- 6 Voorschriften
- 7 Installatie
- 7.1 Voorbereidende leidingaansluitingen
- 7.2 Opstellen
- 7.3 Waterkwaliteit
- 7.4 CV-installatie spoelen
- 7.5 Checklist
- 7.6 Bedrijf zonder buitenunit (standalone-bedrijf)
- 7.7 Installatie met koelbedrijf
- 7.8 Installatie met warmwaterbereiding via zonne-energie (alleen zonne-energiemodellen)
- 7.9 Installatie met zwembad
- 7.10 Installatie met buffervat
- 7.11 Binnenunit op de cv-installatie en warmwater
- 7.12 Hoogrendementspomp (PC0)
- 7.13 Circulatiepomp voor cv-installatie (PC1)
- 7.14 Circulatiepomp PW2 (accessoire)
- 7.15 Isolatie
- 7.16 Meerder cv-circuits (accessoire mengermodule, zie afzonderlijke handleiding)
- 7.17 Dauwpuntsensoren (accessoire voor koelbedrijf) monteren
- 7.18 Kamerthermostaat monteren
- 7.19 Buiten-en binnenunit vullen
- 8 Elektrische aansluiting - algemeen
- 9 Elektrische aansluiting - buitenunit
- 9.1 Klemaansluitingen in de sturing, elektrische bijverwarming met 9 kW 3N~, fabrieksuitvoering
- 9.2 Klemaansluitingen in de sturing, elektrische bijverwarming met 9 kW 1N~, zie volgorde van de jumpers
- 9.3 Aansluitschema voor elektrische bijverwarming met 9 kW 3N~, fabrieksuitvoering
- 9.4 Aansluitschema voor elektrische bijverwarming met 9 kW 1N~
- 9.5 Aansluitschema voor elektrische bijverwarming met 9 kW 3N~
- 9.6 Elektrisch schema installatieprintplaat HC100
- 9.7 Aansluitschema buitenunit/binnenunit
- 9.8 Elektrische aansluiting energieleverancier
- 9.8.1 Klemaansluitingen in de sturing, elektrische bijverwarming met 9 kW 3N~, energieleverancier, zie volgorde van de jumpers
- 9.8.2 Klemaansluitingen in de sturing, elektrische bijverwarming met 9 kW 1N~, energieleverancier, zie volgorde van de jumpers
- 9.8.3 Aansluitschema voor EVU/SG
- 9.8.4 EVU 1, uitschakeling van compressor en elektrische bijverwarming
- 9.8.5 EVU 2, alleen uitschakeling van de compressor
- 9.8.6 EVU 3, alleen uitschakeling elektrische bijverwarming
- 9.8.7 Smart Grid
- 9.8.8 Fotovoltaica
- 10 Buiten-en binnenunit ontluchten
- 11 Onderdelen in de binnenunit vervangen
- 12 Functietest
- 13 Milieubescherming
- 14 Inspectie
- 15 Aansluitmogelijkheid voor IP-module

41
IDU Monoblock 5-17 T/TS • 6 720 817 794 (2015/08)
Milieubescherming 13
13 Milieubescherming
Milieubescherming is een ondernemingsprincipe van de Bosch-groep.
Kwaliteit van de producten, rendement en milieubescherming zijn voor
ons gelijkwaardige doelstellingen. Wetten en voorschriften op het ge-
bied van de milieubescherming worden strikt aangehouden.
Ter bescherming van het milieu gebruiken wij, rekening houdend met
bedrijfseconomische gezichtspunten, de best mogelijke techniek en ma-
terialen.
Verpakking
De verpakking is voorzien van landspecifieke instructies voor de afval-
verwijdering, die een optimale recycling moeten waarborgen.
Alle verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en herbruikbaar.
Oude apparaten
Oude apparaten bevatten herbruikbare materialen, die als zodanig moe-
ten worden afgevoerd.
De componenten kunnen eenvoudig van elkaar worden gescheiden,
kunststoffen zijn als zodanig gemarkeerd. Daardoor kunnen de afzon-
derlijke componenten gescheiden, hergebruikt, verbrand of op andere
wijze worden afgevoerd.
14 Inspectie
▶ Gebruik alleen originele onderdelen!
▶ Reserve-onderdelen uit de lijst met reserve-onderdelen bestellen.
▶ Vervang verwijderde afdichtingen en O-ringen door nieuwe onderde-
len.
Bij een inspectie moeten de hierna beschreven werkzaamheden worden
uitgevoerd.
Actieve alarmen weergeven
▶ Alarmprotocol controleren.
Functietest
▶ Werkingscontrole verrichten ( hoofdstuk 12).
Stroomkabel installeren
▶ Voor een eenvoudige toegang bij onderhoudswerkzaamheden kan de
sturing naar voren worden gekanteld.
▶ Controleer de stroomkabel op mechanische beschadiging. Vervang
beschadigde kabels.
Afb. 42 Schakelkasten
Deeltjesfilters voor cv-installatie (in de inlaatcombinatie) controle-
ren.
De filters voorkomen dat verontreinigingen in de binnenunit en de bui-
tenunit terechtkomen. Dichtgeslibde filters kunnen storingen tot gevolg
hebben.
Filterreiniging
▶ Ventiel sluiten (1).
▶ Kap (met de hand) afschroeven (2).
▶ Filter uitnemen en onder stromend water of met perslucht reinigen.
▶ Filter weer monteren. Let erop voor een juiste montage, dat de gelei-
dingen in de uitsparingen op het ventiel passen (3).
Afb. 43 Filtervariant zonder borgring
▶ Kap weer opschroeven (met de hand).
▶ Ventiel openen (4).
GEVAAR: Gevaar voor elektrische schokken!
▶ Aansluitingen voor werkzaamheden aan elektrische
componenten altijd spanningsloos schakelen.
OPMERKING: Vervormingen door warmte!
Bij te hoge temperaturen vervormt het isolatiemateriaal
(EPP) in de binnenunit.
▶ Bij soldeerwerkzaamheden in de binnenunit moet
het isolatiemateriaal met hittebestendig materiaal of
vochtige doeken worden beschermd.
Voor het reinigen van het filter hoeft de installatie niet te
worden afgetapt. Filter en afsluitkraan zijn geïntegreerd.
6 720 809 156-19.1I
1.
2.
2.
1.
1
2
3
4
6 720 805 915-01.1I