Installation Instructions

58 | Productgegevens
MC 4006 720 816 739 (2015/05)
2.2.4 Parallelle cascade
Deze regelstrategie moet worden gebruikt, wanneer de warmtebronnen
een gelijksoortige modulatiegraad hebben.
De warmtebronnen worden met zo gelijk mogelijke branderlooptijden
gebruikt. In de regel zijn daarbij alle warmtebronnen in bedrijf. Wanneer
alle warmtebronnen op minimaal vermogen werken, worden deze allen
in dezelfde mate modulerend aangestuurd.
2.2.5 Vermogensregeling
Deze regelstrategie wordt gebruikt, wanneer de cv-installatie via een ge-
bouwautomatiseringssysteem met een 0-10 V-regelaaruitgang wordt
geregeld.
Afb. 1 Lineaire relatie tussen 0-10 V-signaal (U in Volt) en gevraagde
vermogen P (in procenten gerelateerd aan het maximale vermo-
gen van de installatie)
De aangesloten warmtebronnen worden overeenkomstig het gevraagde
vermogen conform de codering van de module net zoals bij serieel stan-
daard of serieel geoptimaliseerde cascade in- en uitgeschakeld.
2.2.6 Aanvoertemperatuurregeling
Deze regelstrategie wordt gebruikt, wanneer de cv-installatie via een ge-
bouwautomatiseringssysteem met een 0-10 V-regelaaruitgang wordt
geregeld.
Afb. 2 Lineaire relatie tussen 0-10 V-signaal (U in Volt) en gevraagde
aanvoertemperatuur
(in procenten gerelateerd aan de maxi-
male aanvoertemperatuur)
De aangesloten warmtebronnen worden overeenkomstig de gevraagde
aanvoertemperatuur conform de codering van de module net zoals bij
seriële standaard of seriële geoptimaliseerde cascade in- en uitgescha-
keld.
2.3 Codeerschakelaar instellen
Afb. 3 Codeerschakelaar met toestandsindicatie van de module en
toestandsindicatie van de aangesloten warmtebron of module
2.4 Leveringsomvang
Afb. 4, pagina 82:
[1] Module
[2] Zak met trekontlastingen
[3] Installatie-instructie
2.5 Technische gegevens
Dit product voldoet qua constructie en werking aan de Euro-
pese richtlijnen evenals aan de bijkomende nationale vereis-
ten. De conformiteit wordt aangetoond door het CE-
kenmerk. De conformiteitverklaring van het product kunt u aanvragen.
Neem daarvoor contact op met het adres vermeld op de achterkant van
deze instructie.
6 720 809 449-21.1O
P / %
U / V
1
10
100
1,5 10
6 720 809 449-22.1O
/ %
U / V
1
min
max
1,5 10
Codering Functie van de module
0 Uit (uitleveringstoestand)
1 Seriële standaard cascade
2 Seriële geoptimaliseerde cascade ( afb. 23, pagina 85)
3 Seriële cascade met pieklastafdekking
4 Parallelle cascade
5 Geen functie
6 Externe 0-10 V-vermogensregeling met seriële standaard cascade
7 Externe 0-10 V-vermogensregeling met seriële geoptimaliseerde
cascade externe ( afb. 24, pagina 86)
8 Externe 0-10 V-aanvoertemperatuurregeling met seriële standaard
cascade
9 Externe 0-10 V-aanvoertemperatuurregeling met seriële geoptima-
liseerde cascade
10 De module is één van de maximaal 4 slave-cascademodules.
De master-cascademodule regelt de aangesloten warmtebronnen
overeenkomstig de daarop ingestelde codering ( afb. 25,
pagina 86).
Tabel 2 Codering en functie
Technische gegevens
Afmetingen (b×h×d) 246×184×61mm (andere maten
afb. 5, pagina 82)
Maximale aderdiameter
Aansluitklem 230 V
Aansluitklem laagspanning
•2,5mm
2
•1,5mm
2
Nominale spanningen
•BUS
Netspanning module
Bedieningseenheid
•Pompen en mengkraan
15 V DC (beveiligd tegen ompolen)
230 V AC, 50 Hz
15 V DC (beveiligd tegen ompolen)
230 V AC, 50 Hz
Zekering 230 V, 5 AT
BUS-interface EMS2 / EMSplus
Opgenomen vermogen – standby < 1 W
Maximaal vermogen 1100 W
Tabel 3
0
1
2
3
4
S
Y
I
6 720 810 538-23.1O