Installation Instructions
Installatie | 33
6 720 816 739 (2015/05)MC 400
Algemeen over laagspanningszijde
▶ Om inductieve beïnvloeding te vermijden: alle laagspanningskabels
van netspanning geleidende kabels afzonderlijk installeren (minima-
le afstand 100 mm).
▶ Bij externe inductieve invloeden (bijvoorbeeld van fotovoltaïsche in-
stallaties) kabel afgeschermd uitvoeren (bijvoorbeeld LiYCY) en af-
scherming eenzijdig aarden. Sluit de afscherming niet op de
aansluitklem voor de randaarde in de module aan maar op de huisaar-
de, bijvoorbeeld vrije afleiderklem of waterleiding.
▶ Installeer de kabel door de al voorgemonteerde tulen en conform de
aansluitschema's.
3.2.2 Aansluiting voedingsspanning pomp en menger
(netspanningszijde)
▶ Gebruik alleen elektriciteitskabels van dezelfde kwaliteit.
▶ Sluit de netfasen correct aan.
Netaansluiting via een stekker met randaarde is niet toegestaan.
▶ Sluit op de uitgangen alleen componenten en modules aan conform
deze handleiding. Sluit geen extra besturingen aan, die andere instal-
latiedelen aansturen.
▶ Installeer de kabels door de tulen, conform de aansluitschema's
aansluiten en met de meegeleverde trekontlasting borgen
( afb. 11 t/m 18, vanaf pagina 83).
3.2.3 Aansluitschema's met installatievoorbeelden
De hydraulische weergaven zijn slechts schematisch en zijn een vrijblij-
vend voorbeeld voor een mogelijke hydraulische schakeling. De veilig-
heidsvoorzieningen moeten conform de geldende normen en lokale
voorschriften worden uitgevoerd. Zie voor meer informatie en mogelijk-
heden de planningsdocumenten of het bestek.
Benamingen van de aansluitklemmen (laagspanningszijde 24 V)
0-10 V Aansluiting
1)
Voor 0-10 V-kamerthermostaat of gebouwautomati-
sering met een 0-10 V-regeluitgang ook vermogens-feedback als
0-10 V-signaal voor gebouwautomatisering op klem 3
1) Klembezetting: 1 – massa; 2 – 0-10 V-ingang (Input) voor warmtevraag van de
gebouwautomatiseringstechniek; 3 – 0-10 V-uitgang (Output, optie) voor Feed-
back
BUS
2)
2) In bepaalde toestellen is de aansluitklem voor het BUS-systeem met EMS gemar-
keerd.
Aansluiting op regelaar, module
BUS1...4 Aansluiting warmteproducent of slave-cascademodule
I2, I3 Aansluiting externe schakelaar (Input)
OC1 Aansluiting
3)
Toerentalregeling pomp met 0-10 V-signaal
(Output Cascade)
3) Klembezetting:1 – massa; 2 – uitgang (Output); 3 – ingang (Input, optie)
T0, T1, T2 Aansluiting temperatuursensor (Temperature sensor)
Tabel 4
Benamingen van de aansluitklemmen (netspanningszijde)
120/230 V AC Aansluiting netspanning
PC0, PC1 Aansluiting pomp (Pump Cascade)
A0,I A1 Aansluiting voor storingsmelding (Alert)
Tabel 5
De bezetting van de elektrische aansluitingen is afhankelijk
van de geïnstalleerde installatie. De in afb. 12 t/m 19, vanaf
pagina 83 getoonde beschrijving is een voorstel voor de
procedure van de elektrische aansluiting. De handelings-
stappen zijn gedeeltelijk in verschillende kleuren weergege-
ven. Daarmee kan gemakkelijker worden herkend, welke
handelingsstappen bij elkaar horen.
Het maximale opgenomen vermogen van de aangesloten
componenten en modules mag niet hoger worden dan het
maximaal vermogen zoals gespecificeerd in de technische
gegevens van de module.
▶ Wanneer de netspanning niet via de elektronica van de
warmteproducent verloopt, moet lokaal voor de onder-
breking van de netspanning over alle polen een genor-
meerde scheidingsinrichting (conform EN 60335-1)
worden geïnstalleerd.