Installation Instructions
32 | Installatie
MC 4006 720 816 739 (2015/05)
2.6 Aanvullende toebehoren
Exacte informatie over geschikt toebehoren is opgenomen in de
catalogus.
• Bedieningseenheid: weersafhankelijke regelaar met buitentempera-
tuursensor of kamertemperatuurgestuurde regeltoestel; aansluiting
op BUS (niet op BUS1, BUS2, BUS3 of BUS4 aansluiten); aansluiting
buitentemperatuursensor op T1
• Aanvoertemperatuursensor; aansluiting op T0
• Buitentemperatuursensor; aansluiting op T1
• Retourtemperatuursensor; aansluiting op T2
• Cascadepomp; aansluiting op PC0
• cv-pomp; aansluiting op PC1
• Schakelaar voor maximaal vermogen; aansluiting op I2
• Stopschakelaar; aansluiting op I3
• IGM voor warmtebron zonder EMS, EMS 2 of EMS plus; aansluiting
conform technische documentatie van de IGM (de cascademodule
MC400 vervangt hierbij de ICM)
Installatie van de aanvullende toebehoren
▶ Installeer de aanvullende toebehoren overeenkomstig de wettelijke
voorschriften en de meegeleverde handleidingen.
2.7 Reiniging
▶ Indien nodig met een vochtige doek de behuizing schoon wrijven. Ge-
bruik daarbij geen scherpe of bijtende reinigingsmiddelen.
3Installatie
3.1 Installatie
▶ Installeer de module op een wand ( afb. 6 tot afb. 8, vanaf
pagina 82), op een DIN-rail ( afb. 9, pagina 82), of in een module.
▶ Let bij het verwijderen van de module van de montagerail op afb. 10
op pagina 83.
3.2 Elektrische aansluiting
▶ Rekening houdend met de geldende voorschriften voor de aanslui-
ting minimaal elektrische kabel model H05 VV-... gebruiken.
3.2.1 Aansluiting BUS-verbinding en temperatuursensor
(laagspanningszijde)
BUS-verbinding algemeen
Maximale totale lengte van de BUS-verbindingen:
• 100 m met 0,50 mm
2
aderdiameter
• 300 m met 1,50 mm
2
aderdiameter
BUS-verbinding warmteproducent – cascademodule
▶Warmteproducent en slave-cascademodules direct op de aansluit-
klemmen BUS1 ... BUS4 aansluiten ( overzicht bezetting aansluit-
klemmen).
BUS-verbinding cascademodule – Bedieningseenheid – Andere
module
▶ Bij verschillende aderdiameters een verdeeldoos voor de aansluiting
van de BUS-deelnemers gebruiken.
▶ BUS-deelnemer [B] via verdeeldoos [A] in parallel ( afb. 19,
pagina 84, handleiding van de bedieningseenheid en andere module
respecteren).
Temperatuursensoren
Gebruik bij verlenging van de sensorkabel de volgende aderdiameters:
• tot 20 m met 0,75 mm
2
tot 1,50 mm
2
aderdiameter
• 20 m tot 100 m met 1,50 mm
2
aderdiameter
Max. opgenomen vermogen van
de aangesloten componenten
1100 W
Max. opgenomen vermogen van
de aangesloten componenten per aan-
sluiting
•PC0, PC1
•A0, IA1
• 400 W (hoogrendementpom-
pen toegestaan; max. 40 A/s)
•10W
Meetbereik aanvoer- en retourtempe-
ratuursensor
• Onderste foutgrens
• Weergavebereik
• Bovenste foutgrens
• < – 10 °C
• 0 ... 100 °C
• > 125 °C
Meetbereik buitentemperatuurvoeler
• Onderste foutgrens
• Weergavebereik
• Bovenste foutgrens
• < – 35 °C
• – 30 ... 50 °C
• > 125 °C
Toegest. omgevingstemp. 0 ... 60 °C
Beveiligingstype IP44
Beschermingsklasse I
Identificatienummer Typeplaat ( afb. 22, pagina 85)
Technische gegevens
Tabel 3
GEVAAR: Elektrocutiegevaar!
▶ Voor de installatie van dit product: ketel en alle andere
BUS-deelnemers over alle polen losmaken van de net-
spanning.
▶ Voor de inbedrijfstelling: monteer de afdekking
( afb. 21, pagina 85).
Wanneer de maximale kabellengte van de BUS-verbin-
ding tussen alle BUS-deelnemers wordt overschreden of
in het BUS-systeem een ringstructuur bestaat, is de in-
bedrijfstelling van de installatie niet mogelijk.