Installatie-instructie Hoog Rendement Gaswandketel Nefit BaseLine 6 720 800 258 (2013/12) NL 6 720 646 606-00.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen . . . . 4 1.1 Uitleg van de symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 1.2 Algemene veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 2 Leveringsomvang . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 3 Toestelbeschrijving algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 3.1 Gebruik volgens de voorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave 14 Inspectie en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 14.1 Beschrijving van de procedure . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 14.1.1 Laatst opgeslagen storing oproepen . . . . . . . . . . . . . . 37 14.1.2 Warmtewisselaar, brander en elektroden controleren 37 14.1.3 Condenssifon reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 14.1.4 Membraan in de menginstallatie controleren . . . . . . . 39 14.1.5 Filter in koudwaterleiding controleren .
1 Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen 1 Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen 1.1 Uitleg van de symbolen Waarschuwing Veiligheidsinstructies in de tekst worden aangegeven met een gevarendriehoek. Het signaalwoord voor de waarschuwing geeft het soort en de ernst van de gevolgen aan indien de maatregelen ter voorkoming van het gevaar niet worden nageleefd.
Leveringsomvang 2 2 Leveringsomvang 1 2 3 6 720 649 505-02.1O 4 5 6 7 8 Afb.
3 3 Toestelbeschrijving algemeen Toestelbeschrijving algemeen De toestellen Nefit BaseLine HRC 24/CW4 en HRC 24/CW3 zijn HRtoestellen met geïntegreerde cv-pomp, 3-wegklep en platenwarmtewisselaar voor verwarming en tapwatervoorziening volgens het doorstroomprincipe. 3.1 3.3 Typeplaatje Afb. 2 Typeplaat Gebruik volgens de voorschriften Het toestel mag alleen op gesloten cv-systemen volgens EN 12828 worden aangesloten. Een ander gebruik is niet volgens de voorschriften.
Toestelbeschrijving algemeen 3.5 3 Accessoires Hier vindt u een lijst met typische accessoires. Een volledig overzicht van alle beschikbare accessoires is in onze prijslijst opgenomen. • • • • • Rookgasaccessoires Montageaansluitplaat Kamerthermostaat ModuLine Aansluitsets Sifon met aansluitmogelijkheid voor condenswater en overstort (verwarming en tapwater). 3.6 Afmetingen en minimale afstanden min. 100 440 min.
3 3.7 Toestelbeschrijving algemeen Toestelopbouw 17 18 16 15 19 14 20 13 21 22 12 11 23 10 24 9 25 8 7 26 27 28 29 30 6 31 5 4 32 33 1 2 3 6 720 649 505-01.1O Afb.
Toestelbeschrijving algemeen 3 Legenda bij afb.
3 Toestelbeschrijving algemeen 3.8 Elektrisch schema 13 12 14 10 11 9 15 8 7 6 6 5 4 4 L1 N L2 N N 4 4 3 1 Fuse 5AF FR FS LR LR 230V 230V IN OUT N L N L N L N L N L EMS 6 720 646 606-05 .1O 2 Afb.
Toestelbeschrijving algemeen Legenda bij afb.
3 3.
Voorschriften 3.10 4 Gaskeur CW Het Gaskeurlabel is onderverdeeld in de volgende labels: HR-label (HR = Hoog Rendement verwarming) De Hoog Rendement Gaswandketels zijn geclassificeerd met het HR-label 107. Dit houdt in dat het rendement van het cv-toestel tijdens cv-bedrijf 107 % (onderwaarde) is. Dit betekent dat het cv-toestel zuinig is met energie, dus lagere energiekosten en beter voor het milieu. Deze waarde (107 %) mag ook gebruikt worden bij een EPN-berekening.
5 5 Installatie 5.2 Installatie GEVAAR: Explosie! ▶ Sluit de gaskraan voordat aan gasvoerende delen wordt gewerkt. ▶ Controleer na werkzaamheden alle gasvoerende delen op dichtheid. Montage, gas-, afvoer- en elektrische aansluitingen en inbedrijfneming van de installatie moeten door een erkend installateur worden uitgevoerd. 5.1 Belangrijke opmerkingen Vloerverwarming ▶ Het toestel is geschikt voor vloerverwarming, respecteer de toegestane aanvoertemperaturen.
Installatie 5.4 5 Leidingen installeren ▶ Het bij de documentatieset behorende montagesjabloon aan de wand bevestigen, daarbij aan de zijkant een minimale afstand van 100 mm respecteren (pagina 7.) ▶ Gaten voor ophangbeugel en montageaansluitplaat volgens het montagesjabloon maken. ▶ Montageaansluitplaat (accessoire) met meegeleverd bevestigingsmateriaal monteren. S10 S10 338 Afb. 9 Montageaansluitplaat Nr.531 754.5 769 757.5 6 720 619 605-35.
5 5.5 Installatie Toestel monteren OPMERKING: Vervuiling in de installatie kan het apparaat beschadigen. ▶ Spoel de installatie om vuil te verwijderen. ▶ Verwijder de verpakking, let op de aanwijzingen op de verpakking en let op het bijgeleverde bevestigingsmateriaal. ▶ Op de typeplaat de markering van het land van bestemming en goedkeuring voor het door het gasbedrijf geleverde soort gas controleren ( pagina 8).
Installatie 5 Trechtersifon (accessoire) Om het uit de veiligheidsklep tredende water en het condens betrouwbaar te kunnen afleiden, is trechter sifon als accessoire bedoeld. 5.6.1 Parallel RGA-aansluiting monteren ▶ Afdichting en flens met bouten monteren. ▶ Afvoer uit corrosiebestendige materialen uitvoeren.
5 5.6.2 Installatie 5.6.4 Type B23 em B33 (open opstelling) Wanneer een gesloten opstelling niet wenselijk of in de opstellingsruimte niet mogelijk is, kan het cv-toestel als open cv-toestel worden geïnstalleerd. Vullen sifons VOORZICHTIG: rookgasvergiftiging. ▶ Vul de sifon vóór inbedrijfname. OPMERKING: toestelschade. ▶ Vul de sifon via de rookgasafvoeraansluiting en niet via de luchttoevoeraansluiting van de rookgasafvoeradapter. ▶ Vul de toestelsifon via de rookgasafvoeraansluiting ( afb.
Installatie 5 Weerstand per component [Pa] (op basis van M&G / Burgerhout materialen1) ) Diameter [mm] Nefit BaseLine HRC 24/CW3 24/CW4 80 80 k l j Ø80 0,8 0,8 Ø80 2,7 2,7 Ø80 0,7 0,7 k l j Ø80 1,1 1,1 Ø80 3,9 3,9 Ø80 1,0 1,0 Concentrisch systeem: luchttoevoer-/ rookgasafvoerleiding 45° bocht Ø60/100 8,7 8,7 90° bocht n o m Ø60/100 10,0 10,0 Ø60/100 7,2 7,2 s Ø80/125 Ø60/100 11,5 31,2 11,5 31,2 Ø80/125 16,3 16,3 Ø80/125 Ø60/100 7,8 21,3 7,8 21,3 Ø80/125 15,5 1
6 Elektrische aansluiting 5.7 Aansluitingen controleren 6.2 Wateraansluitingen ▶ Open beide serviceafsluiters ▶ vul de cv-installatie ▶ Controleer alle koppelingen op dichtheid. ▶ Open de inlaatcombinatie en een warmwaterkraan tot er water uitstroomt. Gasleiding ▶ Om het gasblok tegen overdrukschade te beschermen, gaskraan sluiten. ▶ Controleer alle gasvoerende delen op dichtheid. 6 Elektrische aansluiting 6.
Elektrische aansluiting 6 6.4.3 Temperatuurbewaking van de aanvoer van een vloerverwarming aansluiten Bij verwarmingsinstallaties met alleen vloerverwarming en directe hydraulische aansluiting op het apparaat. Bij het aanspreken van de temperatuurbewaking worden verwarmingsen tapwaterbedrijf onderbroken. OPMERKING: Serieschakeling! ▶ Wanneer meerdere veiligheidsinrichtingen zoals bijv. temperatuurbewaking en condenswateropvoerpomp worden aangesloten, dan moeten deze in serie worden geschakeld.
7 Inbedrijfname 7 Inbedrijfname 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 11 12 13 reset 22 21 14 20 19 18 17 16 15 6 720 646 606-11.1O Afb.
Inbedrijfname 7.1 7 Displayweergave 2 15 14 3 4 5 6 7 8 Toestel in/uitschakelen Inschakelen cv-toestel ▶ Schakel de hoofdschakelaar in. Het display brandt en toont na korte tijd de toesteltemperatuur. 9 6 720 646 606-27.1O 1 7.3 13 12 11 10 6 720 619 605-12.1O Afb.
7 7.4 Inbedrijfname Inschakelen cv-bedrijf 7.4.1 In-uitschakelen cv-bedrijf ▶ Druk zo vaak op , tot in het display het symbool pert. of knip- 7.4.2 Instellen maximale aanvoertemperatuur De maximale aanvoertemperatuur kan worden ingesteld tussen1) 30 °C en 82 °C. De actuele aanvoertemperatuur wordt in het display getoond. Respecteer bij vloerverwarming de maximaal toegestane aanvoertemperatuur. Bij ingeschakeld cv-bedrijf: ▶ Druk de toets in.
Inbedrijfname 7.5 7 Instellen warmwaterbedrijf 7.5.1 In-uitschakelen warmwaterbedrijf ▶ Druk de toets meerdere keren in, tot in het display het symbool of knippert. 7.5.2 Instellen warmwatertemperatuur ▶ Stel het gewenste warmwaterbedrijf in ( pagina 25). ▶ Druk de toets in. De ingestelde tapwatertemperatuur knippert. 6 720 619 605-18.1O 6 720 619 605-20.1O Afb. 29 Weergave warmwaterbedrijf Afb.
8 7.7 Thermische desinfectie uitvoeren Na de inbedrijfname 7.9 ▶ Controleer de gasvoordruk ( pagina 35). ▶ Controleer op de condensslang of er condensaat uitloopt. Indien dit niet het geval is, aan/uit-schakelaar uit- en weer inschakelen. Daardoor wordt het sifonprogramma ( pagina 32) geactiveerd. Deze procedure evt. meerdere keren herhalen tot condenswater uitloopt. ▶ Vul het inbedrijfstellingsprotocol in ( pagina 47).
Verwarmingspomp 8.2 9 Thermische desinfectie uitvoeren ▶ Sluit de warmwateraftappunten. ▶ Wijs de bewoners op verbrandingsgevaar. ▶ Via de servicefunctie 2.2d de thermische desinfectie activeren ( pagina 31) Het water wordt alleen verwarmd, wanneer er wordt afgetapt. ▶ Opeenvolgend van het dichtstbij gelegen tapwateraftappunt tot aan het verst verwijderde net zolang tapwater afnemen, tot 3 minuten lang 70 °C heet water is uitgestroomd. 9 Verwarmingspomp 9.
10 Instellingen van het servicemenu 10 Instellingen van het servicemenu 10.1 Het servicemenu bedienen Waarde opslaan ▶ Met de toets ok de instelling opslaan. Na succesvol opslaan van de waarde verschijnt gedurende korte tijd het symbool in het display. Het servicemenu stelt servicefuncties voor het eenvoudig instellen en controleren van vele functies ter beschikking.
Instellingen van het servicemenu 10.2 10 Overzicht servicefuncties Bij aansluiting van een regelsysteem veranderen vele van de hier beschreven functies. Regelsysteem en bedieningspaneel communiceren instelparameters. 10.2.1 Menu info Om een servicefunctie van het menu op te roepen: ▶ Toets indrukken. ▶ Toets + of toets – indrukken, om door de servicefuncties van dit menuniveau te bladeren.
10 Instellingen van het servicemenu 10.2.2 Menu 1 Om een servicefunctie van het menu op te roepen: ▶ Toets en toets ok tegelijkertijd zo lang indrukken, tot de tekstregel Menu 1 verschijnt. ▶ Keuze met toets ok bevestigen. ▶ Toets + of toets – indrukken, om door de servicefuncties van dit menuniveau te bladeren. Servicefunctie 1.S1 Zonnemodule actief Mogelijke instellingen Met deze servicefunctie wordt een aangesloten zonnemodule geactiveerd.
Instellingen van het servicemenu 10 10.2.3 Menu 2 Om een servicefunctie van het menu op te roepen: ▶ Toets en toets ok tegelijkertijd zo lang indrukken, tot de tekstregel Menu 1 verschijnt. ▶ Met de toets +Menu 2 kiezen. ▶ Keuze met toets ok bevestigen. ▶ Toets + of toets – indrukken, om door de servicefuncties van dit menuniveau te bladeren. Servicefunctie 2.
10 Instellingen van het servicemenu Servicefunctie 2.3F Duur warmhouding Mogelijke instellingen De duur van het warm houden geeft aan, hoe lang het CV-bedrijf na een tapwaterafname geblokkeerd blijft. De duur van het warmhouden kan van 0 tot 30 minuten worden ingesteld. 2.4F Sifonvulprogramma Basisinstelling is 1 minuten. Het sifonvulprogramma zorgt ervoor dat de condenssifon na de installatie of na langdurige stilstand van het toestel gevuld wordt.
Instellingen van het servicemenu 10 10.2.4 Menu 3 Om een servicefunctie van het menu op te roepen: ▶ Toets en toets ok tegelijkertijd zo lang indrukken, tot de tekstregel Menu 1 verschijnt. ▶ Met de toets +Menu 3 kiezen. ▶ Toets en toets ok tegelijkertijd zo lang indrukken, tot in de tekstregel de eerste servicefunctie 3.xx wordt getoond. ▶ Toets + of toets – indrukken, om door de servicefuncties van dit menuniveau te bladeren.
11 11 Aanpassing aan het soort gas Aanpassing aan het soort gas De basisinstelling voor aardgastoestellen is voor aardgas 2L (G25). Een instelling op de nominale warmtebelasting en minimale warmtebelasting is niet nodig. De gas-lucht-verhouding mag alleen via een CO2- of O2- meting bij maximaal nominaal warmtevermogen en minimaal nominaal wamtevermogen, met een elektronisch meetinstrument, worden ingesteld. 11.
Aanpassing aan het soort gas Gasoort Aardgas L (G25) Propaan 11 Max. nominale warm- Min. nominale warmtevermogen tevermogen CO2 O2 CO2 O2 9,4 % 4,0 % 8,6 % 5,5 % 10,8 % 4,6 % 10,5 % 5,0 % 11.3 Gasaansluitdruk controleren ▶ Ketel uitschakelen en gaskraan sluiten. ▶ Schroef op meetpunt voor gasaansluitdruk losmaken en drukmeetinstrument aansluiten. Tabel 17 ▶ Met de toets – het minimale nominale warmtevermogen instellen ( tabel 16). Iedere verandering wordt direct van kracht.
12 Rookgasmeting 12 Rookgasmeting 12.1 Schoorsteenvegerbedrijf (bedrijf met constant verwarmingsvermogen) In schoorsteenvegerbedrijf draait de ketel in cv-bedrijf met instelbaar cv-vermogen. U heeft 15 minuten de tijd, om waarden te meten of instellingen uit te voeren. Daarna schakelt het toestel weer naar normaal bedrijf terug. 1 ▶ Warmte-afgifte waarborgen door geopende radiatorkranen. ▶ Toets / en toets tegelijkertijd zo lang indrukken, tot in het display het symbool verschijnt.
Inspectie en onderhoud 14 Inspectie en onderhoud Om het gasverbruik en de milieubelasting gedurende lange tijd zo laag mogelijk te houden, adviseren wij om bij een erkend installatiebedrijf een inspectie- en onderhoudscontract met jaarlijkse inspectie en onderhoud naar behoefte af te sluiten. GEVAAR: Explosie! ▶ Sluit de gaskraan voordat aan gasvoerende delen wordt gewerkt. ▶ Controleer na werkzaamheden alle gasvoerende delen op dichtheid.
14 Inspectie en onderhoud 3. Menginrichting aftrekken. ▶ Brander eruit nemen. 1. 2. 6 720 611 626-82.1R 6 720 615 492-16.4TT Afb. 51 Afb. 49 WAARSCHUWING: Gevaar voor verbranding! De verdringingslichamen kunnen ook na langere stilstand van de ketel nog zeer heet zijn. 1. Kabel van de ontstekings- en bewakingselektrode lostrekken. 2. Moer voor de bevestiging van de ventilatorplaat afschroeven. 3. Ventilator afnemen. ▶ Verdringingslichaam met vochtige doek koelen.
Inspectie en onderhoud 14 ▶ Met de borstel de warmtewisselaar reinigen: – links en rechts draaiend – van boven naar beneden tot de aanslag ▶ Schroeven op het deksel van de inspectie-opening verwijderen en deksel afnemen. 14.1.3 Condenssifon reinigen 1. Slang op de sifon lostrekken. 2. Toevoer naar sifon lostrekken. 3. Sifon zijwaarts wegtillen en uitnemen. 1. 2. 3. 6 720 646 606-26.1O Afb. 55 6 720 612 659-53.
14 Inspectie en onderhoud 14.1.7 Bedrijfsdruk van de cv-installatie instellen 14.1.5 Filter in koudwaterleiding controleren Bij onvoldoende tapwatervermogen: 1. Klemmen losmaken. 2. Koudwaterleiding naar voren trekken. 3. Filter controleren op vervuiling. OPMERKING: Het toestel kan beschadigd raken! Bij het bijvullen van cv-water kunnen spanningsscheuren in het hete warmtewisselaar ontstaan. ▶ Vul cv-water alleen bij in een koud toestel.
Inspectie en onderhoud 14.2 14 Checklist voor de inspectie en het onderhoud (Inspectie- en onderhoudsverslag) Datum 1 2 3 Laatst opgeslagen storing in de bedieningspaneel BC20 oproepen, servicefunctie i02 ( pagina 28). Lucht-/rookgasafvoer optisch controleren. 6 Gasaansluitdruk controleren mbar ( pagina 35). Gas-luchtverhouding voor min./max. con- min. % troleren ( pagina 34). max. % Dichtheidscontrole aan gas- en waterzijde, ( pagina 20). Warmtewisselaar controleren, ( pagina 37).
15 Bedrijfs- en storingsmeldingen 15.2 15 Bedrijfs- en storingsmeldingen 15.1 Weergave van bedrijfs- en storingsmeldingen De bedieningspaneel BC20 bewaakt alle veiligheids-, regel- en besturingscomponenten. Iedere bedrijfstoestand van het toestel wordt door een eenduidige bedrijfscode en bij storingen bovendien door een storingscode geregistreerd. Dit maakt eenvoudige diagnose mogelijk aan de hand van de volgende tabellen.
Bedrijfs- en storingsmeldingen 15.3 15 Bedrijfs- en storingsindicaties, die in het display worden getoond 15.3.1 Bedrijfsmeldingen Storingscode -A Bedrijfscode 208 -H =H 0A 200 201 202 0A 305 0C 0E 0H 0L 0U 0Y 2E 2H 2P 5H 283 265 203 284 270 204 357 358 342 268 Beschrijving Het toestel staat in schoorsteenvegerbedrijf. Na 15 minuten wordt het schoorsteenvegerbedrijf automatisch uitgeschakeld. Het toestel is in cv-bedrijf. Toestel in tapwaterbedrijf.
15 Bedrijfs- en storingsmeldingen 15.3.2 Blokkerende storingen Storingscode 0Y Bedrijfscode 276 Beschrijving De temperatuur bij de aanvoertemperatuursensor is > 95 °C. Oplossing Deze storingsmelding kan worden weergegeven zonder dat een storing actief is, wanneer plotseling alle radiatorkranen worden gesloten of na een tapwaterafname. ▶ ▶ ▶ ▶ ▶ ▶ Bedrijfsdruk van de cv-installatie controleren. Servicekranen volledig openen. CV-pomp elektrisch aansluiten op de bedieningspaneel BC20.
Bedrijfs- en storingsmeldingen 15 15.3.3 Vergrendelende storingen Storingscode 3C 3L Bedrijfscode 217 214 3P 3Y 216 215 4C 224 Beschrijving Ventilator draait niet. De ventilator wordt tijdens de veiligheidstijd uitgeschakeld. Ventilator te langzaam. Ventilator te snel. Oplossing ▶ Ventilator met stekker en ventilator controleren evt. vervangen. ▶ Ventilator met stekker en ventilator controleren evt. vervangen.
15 15.4 Bedrijfs- en storingsmeldingen Storingen die niet in het display worden getoond Ketelstoringen Te veel verbrandingsgeluid;brommend geluid Doorstroomgeluiden Opwarming duurt te lang Rookgaswaarden niet in orde; CO-waarde te hoog Ontsteking te hard, te slecht Condens in luchtkast Tapwateruitlaattemperatuur wordt niet bereikt Oplossing ▶ Gassoort controleren. ▶ Gasaansluitdruk controleren ( pagina 35). ▶ Rookgassysteem controleren, eventueel reinigen of repareren.
Inbedrijfnameprotocol voor het toestel 16 16 Inbedrijfnameprotocol voor het toestel Werkzaamheden ter inbedrijfname Meetwaardes Opmerkingen Cv-installatie gevuld en ontlucht – cv-waterdruk ________________________ bar Gasleiding ontlucht Instelparameters: – max. cv-watertemperatuur ________________________ °C – max.
17 Bijlage 17 Bijlage 17.1 Sensorwaarden 17.1.3 Warmwater-temperatuursensor 17.1.
Index Index A Aanpassing aan het soort gas ....................................... 34 Aanwijzingen voor inspectie en onderhoud ......................... 37 Afdichtingsmiddel ................................................... 14 Afmetingen en minimale afstanden................................... 7 Afval................................................................. 36 Antivriesmiddel ..................................................... 14 B Bedieningseenheid ..............................................
Index O Ombouwsets ....................................................... Onderhoud en inspectie ............................................ Ontluchten.......................................................... Oppervlaktetemperatuur ........................................... Opstellingsplaats ................................................... Oppervlaktetemperatuur ........................................ Propaaninstallaties onder aardoppervlak ....................... Verbrandingslucht .................
Notities Nefit BaseLine HRC • 6 720 800 258 (2013/12) 51
Nefit is een merk van Bosch Thermotechniek B.V. Bosch Thermotechniek B.V., Postbus 3, 7400 AA Deventer DealerLine: 0570 - 67 85 66 Consumenten Infolijn: 0570 - 67 85 00 Fax: 0570 - 67 85 86 Internet: www.nefit.