Instruction Manual

Table Of Contents
PanBoost nl
13
12  PanBoost
Met deze functie verhit u pannen sneller dan met ⁠.
Deze functie is voor alle kookzones beschikbaar, voor
zover de andere kookzone van dezelfde groep niet in
gebruik is.
12.1 Gebruiksadviezen
¡ Leg geen deksel op de pan.
¡ Nooit lege pannen zonder toezicht verhitten.
¡ Alleen koude pannen gebruiken.
¡ Pannen met volkomen effen bodem gebruiken.
Geen pannen met dunne bodem gebruiken.
12.2 Schakel PanBoost in
1.
Kies de kookzone.
2.
Tweemaal op ⁠ tippen. ⁠ en ⁠ branden.
a De functie is ingeschakeld.
Opmerking:Deze functie kunt u ook bij het koken met
samenhangende FlexZone inschakelen.
12.3 PanBoost uitschakelen
1.
Kies de kookzone.
2.
Op ⁠ tippen. ⁠en ⁠ doven en de kookzone scha-
kelt terug naar de kookstand ⁠.
a De functie is gedeactiveerd.
Opmerking:Om hoge temperaturen te vermijden scha-
kelt deze functie na 30 seconden automatisch uit.
13  Warmhoudfunctie
Deze functie kunt u gebruiken om chocolade of boter
te smelten en gerechten warm te houden.
13.1 Schakel Warmhoudfunctie in
1.
Kies de gewenste kookzone.
2.
Raak binnen de volgende 10 seconden het sym-
bool ⁠ aan.
⁠ brandt.
a De functie is ingeschakeld.
13.2 Schakel Warmhoudfunctie uit
1.
Kies de kookzone.
2.
Tip op ⁠.
⁠ verdwijnt.
a De functie is gedeactiveerd.
14  Frying Sensor
Is geschikt voor het bereiden of inkoken van sauzen,
pannenkoeken of voor het bakken van eieren met bo-
ter, voor het bakken van groente of steaks tot de ge-
wenste gaarheid en hierbij de temperatuur onder con-
trole houden.
In de plaats van tijdens het koken vaak de vermogens-
stand aan te passen, bij het begin een keer de ge-
wenste doeltemperatuur kiezen. De sensoren onder de
keramische glasplaat meten dan de temperatuur van
het kookgerei en houden deze tijdens het volledige
kookproces constant.
Deze functie is op alle kookzones beschikbaar die met
⁠ zijn gemarkeerd.
14.1 Voordelen
¡ De temperatuur wordt constant gehouden zonder
dat u de vermogensstand hoeft te veranderen.
¡ Olie wordt niet oververhit. Het aanbranden van de
levensmiddelen wordt verhinderd.
¡ De kookzone warmt alleen op wanneer dit nodig is
voor het behouden van de temperatuur, waardoor er
energie wordt gespaard.
14.2 Temperatuurstanden
Temperatuurstanden voor de bereiding van voedsel.
Stan
d
Tempe-
ratuur
Functies Kookgerei
1 120ºC Koken en inkoken
van sauzen, bakken
van groente
2 140ºC In olijfolie of boter
aanbraden
3 160ºC Bakken van vis en
grove levensmidde-
len
4 180ºC Frituren van gepa-
neerde, bevroren en
gegrilde gerechten
5 215ºC Hogetemperatuurgrill
en grillplaat