Instruction Manual
nl Basisinstellingen
34
--------
™‚ƒ
Kookgerei en resultaat van het bereidingsproces controleren
‹ Niet geschikt
‚ Niet optimaal
ƒ Geschikt
™‚ˆ
Luchtcirculatiefunctie of afvoerfunctie instellen
‹ Circulatiefunctie configureren.*
‚ Afvoerfunctie configureren.
™‚‰
Automatische start instellen
‹ Uitgeschakeld.
‚ Ingeschakeld: automatische stand met sensorregeling.*
ƒ Ingeschakeld: De ventilatie schakelt bij een kookstand overeenkomstig de betreffende kookstand van de kookzones in.
™‚Š
Stel de sensorgevoeligheid voor de ventilatie in
‚ Laagste instelling van de sensorgevoeligheid.
ƒ Middelste instelling van de sensorgevoeligheid.*
„ Hoogste instelling van de sensorgevoeligheid.
™ƒ‹
Naloop instellen
‹ Uitgeschakeld.
‚ Ingeschakeld: automatische functie met sensorgeregelde naloop.
ƒ Ingeschakeld*:
Wanneer de kookplaat werkt met afvoerluchtfunctie, dan schakelt de ventilatie gedurende ca. 6 minuten met de kookstand „
in.
Wanneer de kookplaat met de circulatieluchtfunctie werkt, dan schakelt de ventilatie gedurende ca. 30 minuten met de kook-
stand ‚ in.
De naloopfunctie schakelt zich na het verstrijken van deze tijd automatisch uit.
™ƒ†
Automatische panherkenning
‹ Gedeactiveerd: de gewenste kookzone handmatig selecteren.
‚ Geactiveerd: de kookplaat herkent de grootte en de positie van de pan en kies de betreffende kookzone(s)*.
•’
Home Connect
~ "Home Connect instellingen"
™‹
Terugzetten naar de standaard instellingen
‹ Individuele instellingen.*
‚ Terugzetten naar de fabrieksinstellingen.
*Fabrieksinstelling
**Het maximale vermogen van de kookplaat wordt aangegeven op het typeplaatje.