Installation Guide

Table Of Contents
nl De Bediening in essentie
8
6.9 AirFresh-functie inschakelen
De AirFresh-functie schakelt de ventilatie gedurende
ca.5 minuten per uur bij ventilatorstand1 in.
Druk op ⁠.
a Op het display verschijnt ⁠.
6.10 Automatische modus
1
inschakelen
De optimale ventilatorstand wordt met behulp van een
sensor automatisch ingesteld.
Druk op ⁠.
6.11 Automatische modus
1
uitschakelen
Druk op ⁠.
a Het apparaat draait in de vooraf gekozen ventilator-
stand.
a De ventilatie wordt automatisch beëindigd als de
sensor geen verandering van de luchtkwaliteit in de
ruimte vaststelt.
a De automatische stand loopt maximaal 4 uur.
6.12 Sensorbesturing
1
In de automatische stand herkent een sensor in het ap-
paraat de intensiteit van de kook- en bakluchtjes. Af-
hankelijk van de sensorgevoeligheid wordt de optimale
ventilatorstand automatisch ingeschakeld. Reageert de
sensorbesturing te zwak of te sterk, kunt u de instelling
van de sensorgevoeligheid wijzigen.
¡ Fabrieksinstelling:5
¡ Laagste instelling:0
¡ Hoogste instelling:9
6.13 Sensorbesturing instellen
Vereiste:Het apparaat is ingeschakeld.
1.
Houd ⁠ ingedrukt.
a Na ca. 1seconde wordt de instelling weergegeven.
2.
Druk op ⁠of ⁠om de instelling te wijzigen.
3.
Laat ⁠ los om de instelling op te slaan.
6.14 Verzadigingsindicatie instellen
De verzadigingsindicatie moet afhankelijk van de ge-
bruikte filter worden ingesteld.
Vereiste:Het apparaat is ingeschakeld.
1.
Houd ⁠ ingedrukt.
Druk om de circulatiefunctie (niet regenereerbaar
filter) in te stellen op ⁠ of ⁠ totdat aanwijzing 2 op
het display verschijnt.
Druk om de circulatiefunctie (regenereerbaar fil-
ter) in te stellen op ⁠ of ⁠ totdat aanwijzing 3 op
het display verschijnt.
Druk om de luchtafvoerfunctie in te stellen op ⁠ of
⁠ totdat aanwijzing 1 op het display verschijnt.
2.
Laat ⁠ los om de instelling op te slaan.
6.15 Verlichting inschakelen
De verlichting kunt u onafhankelijk van de ventilatie in-
schakelen en uitschakelen.
Druk op ⁠.
6.16 Helderheid instellen
Houd ⁠ zolang ingedrukt tot de gewenste helder-
heid bereikt is.
6.17 Geluidssignaal inschakelen
Vereiste:Het apparaat is ingeschakeld.
Druk ⁠ en ⁠ tegelijkertijd ca. 3 seconden in, totdat
een geluidssignaal klinkt.
a Op het display verschijnt ⁠.
6.18 Geluidssignaal uitschakelen
Vereiste:Het apparaat is ingeschakeld.
Druk ⁠ en ⁠ tegelijkertijd ca. 3 seconden in, totdat
een geluidssignaal klinkt.
a Op het display verschijnt ⁠.
1
Afhankelijk van de apparaatuitvoering