Installation Guide
Table Of Contents
- Afzuigkap
- nl
- Inhoudsopgave
- 1 Veiligheid
- 2 Materiële schade voorkomen
- 3 Milieubescherming en besparing
- 4 Functies
- 5 Uw apparaat leren kennen
- 6 De Bediening in essentie
- 7 Reiniging en onderhoud
- 8 Storingen verhelpen
- 9 Afvoeren
- 10 Servicedienst
- 11 Accessoires
- 12 Montagehandleiding
Materiële schade voorkomen nl
5
2 Materiële schade voorkomen
LET OP!
Condenswater kan leiden tot corrosie.
▶ Om de condensvorming te vermijden, het apparaat
bij het koken inschakelen.
Als er vocht in de bedieningselementen dringt, kan er
schade ontstaan.
▶ Nooit bedieningselementen met een natte doek rei-
nigen.
Verkeerde reiniging beschadigt de oppervlakken.
▶ Reinigingsinstructies in acht nemen.
▶ Geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen ge-
bruiken.
▶ Roestvrijstalen oppervlakken uitsluitend reinigen in
de slijprichting.
▶ Nooit bedieningselementen met reinigingsmiddelen
voor roestvrij staal reinigen.
Teruglopend condenswater kan het apparaat beschadi-
gen.
▶ Het afvoerluchtknaal moet vanaf het apparaat met
minstens 1° helling zijn geïnstalleerd.
Als u designelementen verkeerd belast, kunnen deze
afbreken.
▶ Niet aan designelementen trekken.
▶ Geen voorwerpen op designelementen plaatsen of
eraan ophangen.
Beschadiging van het oppervlak doordat de bescherm-
folie niet verwijderd is.
▶ De beschermfolie voor het eerste gebruik verwijde-
ren van alle apparaatonderdelen.
Een hoog gewicht op het plateau kan tot schade lei-
den.
▶ Apparaat met niet meer dan 5kg belasten.
Naar beneden vallende magneten kunnen tot schade
leiden.
▶ Voldoende sterke magneten voor het glazen front
gebruiken.
Sterke warmte-ontwikkeling kan tot schade leiden.
▶ Geen apparaten of voorwerpen op het plateau plaat-
sen die gevoelig zijn voor warmte.
3 Milieubescherming en besparing
3.1 Afvoeren van de verpakking
De verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en kun-
nen worden hergebruikt.
▶
De afzonderlijke componenten op soort gescheiden
afvoeren.
Bij uw dealer en uw gemeente- of deelraadskantoor
kunt u informatie verkrijgen over de actuele afvoer-
methoden.
3.2 Energie besparen
Als u deze aanwijzingen opvolgt, verbruikt uw apparaat
minder stroom.
Pas de ventilatiestand aan de intensiteit van de kook-
damp aan.
¡
Een lagere ventilatiestand betekent minder energie-
verbruik.
Gebruik de intensiefstand alleen wanneer dit nodig
is.
Kies bij intensieve kookdampen op tijd een hogere
ventilatiestand.
¡
De geuren verdelen zich minder in de ruimte.
Schakel de verlichting uit wanneer deze niet langer
nodig is.
¡
Als de verlichting is uitgeschakeld, verbruikt deze
geen energie.
De filter met de opgegeven intervallen reinigen of ver-
vangen.
¡
De effectiviteit van het filter blijft behouden.
Het kookdeksel erop plaatsen.
¡
De kookdampen en de condens verminderen.
Gebruik de extra functies alleen indien nodig.
¡
Het uitschakelen van de extra functies reduceert
het stroomverbruik.