Installation Guide
Table Of Contents
- Inbouwoven
- nl
- Inhoudsopgave
- 1 Veiligheid
- 2 Materiële schade vermijden
- 3 Milieubescherming en besparing
- 4 Uw apparaat leren kennen
- 5 Accessoires
- 6 Voor het eerste gebruik
- 7 De Bediening in essentie
- 8 Tijdfuncties
- 9 Bak- en braadassistent
- 10 Kinderslot
- 11 Snel voorverwarmen
- 12 Sabbatinstelling
- 13 Basisinstellingen
- 14 Home Connect
- 15 Reiniging en onderhoud
- 16 Reinigingsfuncties
- 17 Rekjes
- 18 Apparaatdeur
- 19 Storingen verhelpen
- 20 Afvoeren
- 21 Servicedienst
- 22 Conformiteitsverklaring
- 23 Zo lukt het
- 23.1 Algemene aanwijzingen voor de bereiding
- 23.2 Aanwijzingen voor het bakken
- 23.3 Aanwijzingen voor de bereiding bij braden, stoven en grillen
- 23.4 Bereiding van diepvriesproducten
- 23.5 Bereiding van kant-en-klare voedingsproducten
- 23.6 Selectie van gerechten
- 23.7 Bijzondere bereidingswijzen en andere toepassingen
- 23.8 Testgerechten
- 24 Montagehandleiding
nl Uw apparaat leren kennen
6
Open de apparaatdeur tijdens de bereiding zo weinig
mogelijk.
¡
De temperatuur in de binnenruimte blijft constant
en het apparaat hoeft niet na te verwarmen.
Meerdere gerechten direct achter elkaar of parallel
bakken.
¡
De binnenruimte is na de eerste keer bakken opge-
warmd. Hierdoor is de baktijd voor het gebak dat
vervolgens wordt gebakken korter.
Bij langere bereidingstijden het apparaat 10minuten
voor het einde van de bereidingstijd uitschakelen.
¡
De restwarmte is voldoende om het gerecht verder
te bereiden.
Verwijder niet gebruikte accessoires uit de binnen-
ruimte.
¡
Overtollige accessoires hoeven niet verwarmd te
worden.
Laat diepgevroren producten vóór de bereiding ont-
dooien.
¡
Hierdoor wordt bespaard op de energie om het
voedsel te ontdooien.
Opmerking:
Het apparaat verbruikt:
¡ in netwerkgebonden standby max.2W
¡ in niet netwerkgebonden gebruik met ingeschakeld
display max.1W
¡ in niet netwerkgebonden gebruik met uitgeschakeld
display max.0,5W
4 Uw apparaat leren kennen
4.1 Bedieningspaneel
Via het bedieningsveld kunt u alle functies van uw apparaat instellen en informatie krijgen over de gebruikstoestand.
1
2 23
1
Display
2
Knoppen
3
Bedieningselement
4.2 Knoppen
De knoppen zijn aanrakingsgevoelige vlakken. Druk om een functie te kiezen op de betreffende knop.
Symbool Naam Gebruik
aan/uit Apparaat in- of uitschakelen
Hoofdmenu Functies en instellingen kiezen
Tijdfuncties/kinderslot ¡ "Timer", "tijdsduur" of vertraagde functie "klaar om" instellen
¡ "Kinderslot" activeren of deactiveren