Installation Guide
Table Of Contents
- Inbouwoven
- nl
- Inhoudsopgave
- 1 Veiligheid
- 2 Materiële schade vermijden
- 3 Milieubescherming en besparing
- 4 Uw apparaat leren kennen
- 5 Accessoires
- 6 Voor het eerste gebruik
- 7 De Bediening in essentie
- 8 Tijdfuncties
- 9 Magnetron
- 10 Magnetronprogramma's
- 11 Bak- en braadassistent
- 12 Kinderslot
- 13 Snel voorverwarmen
- 14 Sabbatinstelling
- 15 Basisinstellingen
- 16 Home Connect
- 17 Reiniging en onderhoud
- 18 Reinigingsfuncties
- 19 Rekjes
- 20 Apparaatdeur
- 21 Storingen verhelpen
- 22 Afvoeren
- 23 Servicedienst
- 24 Zo lukt het
- 24.1 Algemene aanwijzingen voor de bereiding
- 24.2 Aanwijzingen voor het bakken
- 24.3 Aanwijzingen voor de bereiding bij braden, stoven en grillen
- 24.4 Bereiding met magnetron
- 24.5 Bereiding van diepvriesproducten
- 24.6 Bereiding van kant-en-klare voedingsproducten
- 24.7 Selectie van gerechten
- 24.8 Bijzondere bereidingswijzen en andere toepassingen
- 24.9 Testgerechten
- 25 Montagehandleiding
nl Uw apparaat leren kennen
10
Symbool Verwarmingsmetho-
de
Temperatuur Gebruik
Langzaam garen 70-120°C Voor het gezond en langzaam garen van aangebraden, zachte
stukken vlees in open vormen.
De warmte komt bij een lage temperatuur gelijkmatig van bo-
ven en van onderen.
Deegrijsstand 35-55°C Om deeg deeg te laten rijzen en yoghurt te laten rijpen.
Het deeg rijst sneller dan bij kamertemperatuur. Het oppervlak
van het deeg droogt niet uit.
Servies voorverwar-
men
30-70°C Voor het opwarmen van servies.
Boven- en onder-
warmte Eco
50-275°C Voor het gezond bereiden van geselecteerde gerechten.
De warmte komt van boven en van onderen.
Het meest doeltreffend is de verwarmingsmodus tussen
150-250 °C.
Deze verwarmingsmethode wordt gebruikt voor het bepalen
van het energieverbruik in de conventionele modus.
Hetelucht Eco 40-200°C Voor het gezond bereiden van geselecteerde gerechten op
één niveau, zonder voorverwarmen.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmings-
element aan de achterkant in de binnenruimte.
Het meest doeltreffend is de verwarmingsmodus tussen
125-200 °C.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het
energieverbruik in de circulatieluchtmodus en de energieklas-
se gebruikt.
4.6 Magnetronvermogen
Hier vindt u een overzicht van de magnetronvermogens en het gebruik ervan.
De magnetronvermogens zijn standen en komen niet altijd overeen met het precieze aantal watt dat door het appa-
raat wordt gebruikt.
Magnetronvermogen
in watt
Maximale duur in uur Gebruik
90W 1:30 Gevoelige gerechten ontdooien.
180W 1:30 Gerechten ontdooien en verder bereiden.
360W 1:30 Vlees en vis bereiden. Gevoelige gerechten opwarmen.
600W 1:30 Gerechten verwarmen en bereiden.
max 0:30 Verwarmen van vloeistoffen.
Opmerking:Het magnetronvermogen max. is niet be-
stemd voor het verwarmen van gerechten. Ter bescher-
ming van het apparaat wordt het maximale vermogen
van de magnetron gedurende de eerste minuten traps-
gewijs tot 600W gereduceerd. Nadat het apparaat eni-
ge tijd is afgekoeld is het volle vermogen weer be-
schikbaar.
4.7 Binnenruimte
Functies voor de binnenruimte vergemakkelijken het
gebruik van uw apparaat.
Rekjes
U kunt accessoires op verschillende hoogtes in de rek-
jes in de binnenruimte plaatsen.
→"Accessoires", Pagina11
Uw apparaat heeft 3 inschuifhoogtes. De inschuifhoog-
tes worden van beneden naar boven geteld.
De accessoires kunt u, bijvoorbeeld om te reinigen,
verwijderen.
→"Rekjes", Pagina26