Operation Manual
nl Het apparaat leren kennen
8
ShiftControl-bedieningselement
Met het ShiftControl-bedieningselement kunt u door de
regels op het display navigeren en instellingen kiezen.
Instellingen die u wijzigt, hebben rechts en links
pijlen '.
Aanwijzing: U kunt ook snel door de instellingen lopen
door een toets ingedrukt te houden. Zodra u de toets
loslaat, wordt de snelle doorloop stopgezet.
Hoofdmenu
Om in het hoofdmenu te komen, tipt u op de touch-
toets 0.
--------
Menu Stomen
Uw apparaat beschikt over verschillende
verwarmingsmethoden. Na inschakeling van het
apparaat komt u direct in het menu Stomen, waarin u
de verwarmingsmethoden vindt.
Functies voor de binnenruimte
Enkele functies voor de binnenruimte vergemakkelijken
het gebruik van uw apparaat. Zo wordt bijv. de
binnenruimte volledig verlicht en een koelventilator
beschermt het apparaat tegen oververhitting.
Apparaatdeur openen
Wanneer u tijdens het gebruik de apparaatdeur opent,
wordt de werking stopgezet. Bij het sluiten van de deur
wordt de werking voortgezet.
Aanwijzing: Bij enkele verwarmingsmethoden wordt de
werking niet onderbroken wanneer de apparaatdeur
open is.
Verlichting van de binnenruimte
Wanneer u de apparaatdeur opent, schakelt de
binnenruimteverlichting in. Blijft de deur langer dan ca.
15 minuten open, dan schakelt de verlichting weer uit.
Bij de meeste verwarmingsmethoden schakelt de
binnenruimteverlichting in zodra de werking wordt
gestart. Hij schakelt uit wanneer de werking beëindigd
is.
Aanwijzing: In de basisinstellingen kunt u vastleggen
dat de binnenruimteverlichting bij gebruik niet
inschakelt. ~ "Basisinstellingen" op pagina 18
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld.
De warme lucht ontsnapt via de deur.
Attentie!
De ventilatiesleuven niet afdekken. Anders raakt het
apparaat oververhit.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de
binnenruimte na gebruik sneller afkoelt.
Aanwijzing: U kunt in de basisinstellingen instellen
hoelang de koelventilator naloopt.
~ "Basisinstellingen" op pagina 18
Toets Gebruik
( Links op het display naar links navigeren
) Rechts op het display naar rechts navigeren
% Boven op het display naar boven navigeren
& Beneden op het display naar beneden navigeren
Menu Gebruik
‹
Stomen
De juiste verwarmingsmethode bij stoom instellen en
starten. ~ "Apparaat bedienen" op pagina 11
²
Stoomprogramma's
Gerechten bereiden met stoom. ~ "Programma’s"
op pagina 15
"
Basisinstellingen
Apparaatinstellingen individueel
aanpassen.~ "Basisinstellingen" op pagina 18
,
Ontkalken
~ "Reinigen" op pagina 19
Verwarmingsmethode Temperatuur Gebruik
‹
Stomen 30-100 °C Voor groente, vis, bijgerechten, voor het uitpersen van fruit en om te blancheren
¨
Regenereren 80-100 °C Voor bordgerechten
Klaargemaakte levensmiddelen worden met behoud van de voedingsstoffen weer opgewarmd.
Door de toegevoerde stoom drogen de gerechten niet uit
Œ
Deegrijsstand 30-50 °C Voor gistdeeg
Het deeg rijst duidelijk sneller dan bij kamertemperatuur. Het oppervlak van het deeg droogt niet
uit
“
Ontdooistand 30-60 °C Voor groente en fruit
Door het vocht wordt de warmte behoedzaam overgedragen op de gerechten. De gerechten dro-
gen niet uit en vervormen niet