Instruction Manual
Table Of Contents
- Inbouwoven
- nl
- Inhoudsopgave
- 1 Veiligheid
- 2 Materiële schade vermijden
- 3 Milieubescherming en besparing
- 4 Uw apparaat leren kennen
- 5 Accessoires
- 6 Voor het eerste gebruik
- 7 De Bediening in essentie
- 8 Stoom
- 9 Tijdfuncties
- 10 Programma's
- 11 Kinderslot
- 12 Snel voorverwarmen
- 13 Sabbatinstelling
- 14 Basisinstellingen
- 15 Reiniging en onderhoud
- 16 Reinigingsfuncties
- 17 Rekjes
- 18 Apparaatdeur
- 19 Storingen verhelpen
- 20 Afvoeren
- 21 Servicedienst
- 22 Zo lukt het
- 23 Montagehandleiding
nl Reinigingsfuncties
22
Gebied Geschikte schoonmaak-
middelen
Aanwijzingen
Accessoires ¡ Warm zeepsop
¡ Ovenreiniger
Bij sterke verontreiniging inweken en een borstel of RVS-spiraal-
spons.
Geëmailleerde accessoires kunnen in de vaatwasser worden ge-
daan.
Watertank ¡ Warm zeepsop Om na de reiniging resten schoonmaakmiddel te verwijderen met
schoon water grondig naspoelen.
Om de watertank na de reiniging te drogen, de watertank met geo-
pend deksel laten drogen. Afdichting op het deksel goed drogen.
Niet in de vaatwasser reinigen.
15.2 Apparaat schoonmaken
Reinig om beschadiging van het apparaat te voorko-
men het apparaat uitsluitend zoals aangegeven en met
geschikte reinigingsmiddelen.
WAARSCHUWING‒Kans op brandwonden!
Tijdens het gebruik worden het apparaat en haar on-
derdelen die men kan aanraken heet.
▶
Wees voorzichtig om het aanraken van verwar-
mingselementen te voorkomen.
▶
Kinderen jonger dan 8 jaar moeten uit de buurt wor-
den gehouden.
WAARSCHUWING‒Kans op brand!
Losse voedselresten, vet en vleessap kunnen in brand
vliegen.
▶
Voor gebruik dient u de binnenruimte, de verwar-
mingselementen en de accessoires vrij te maken
van grove verontreiniging.
Vereiste:De instructies voor het gebruik van de reini-
gingsmiddelen aanhouden.
→"Reinigingsmiddelen", Pagina20
1.
Het apparaat met warm zeepsop en een schoon-
maakdoekje reinigen.
‒ Voor sommige oppervlakken kunt u alternatieve
reinigingsmiddelen gebruiken.
→"Geschikte schoonmaakmiddelen", Pagina20
2.
Drogen met een zachte doek.
15.3 Controleer na de reiniging de
afdichting van de binnenruimte
▶
Wanneer de binnenruimte-afdichting zich links of
rechts op de afstandshouder bevindt, de afdich-
ting van de binnenruimte zover naar binnen schui-
ven totdat deze naast de afstandshouder is ge-
plaatst.
16 Reinigingsfuncties
Gebruik de reinigingsfuncties om het apparaat te reini-
gen.
16.1 Pyrolytische zelfreiniging
Met de reinigingsfunctie Pyrolytische zelfreiniging rei-
nigt de binnenruimte zichzelf vrijwel automatisch.
Reinig de binnenruimte om de 2 tot 3 maanden met de
reinigingsfunctie. U kunt de reinigingsfunctie desge-
wenst vaker gebruiken. De reinigingsfunctie heeft ca.
2,5-4,8 kilowattuur nodig.
Apparaat voor de reinigingsfunctie
voorbereiden
Om een goed reinigingsresultaat te verkrijgen, dient u
het apparaat zorgvuldig voor te bereiden.
WAARSCHUWING‒Kans op brand!
Brandbare voorwerpen die in de binnenruimte worden
bewaard kunnen vlam vatten.
▶
Bewaar nooit brandbare voorwerpen in de binnen-
ruimte.
▶
Wanneer er rook wordt geproduceerd moet het ap-
paraat worden uitgeschakeld of de stekker uit het
stopcontact worden gehaald en moet de deur ge-
sloten worden gehouden om eventueel optredende
vlammen te doven.
Losse voedselresten, vet en vleessap kunnen tijdens
de reiniging vlam vatten.
▶
Verwijder altijd de grove verontreiniging uit de bin-
nenruimte voordat de reiniging start.
▶
Toebehoren nooit meereinigen.
De buitenkant van het apparaat wordt zeer heet tijdens
het reinigen.
▶
Nooit brandbare voorwerpen, zoals bijv. droogdoe-
ken, aan de deurgreep hangen.
▶
Voorkant van het apparaat vrijhouden.
▶
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Bij beschadigde deurafdichting ontsnapt grote hitte in
het bereik van de deur.
▶
De dichting niet schuren en niet afnemen.
▶
Nooit het apparaat met beschadigde afdichting of
zonder afdichting gebruiken.
1.
Haal de toebehoren en vormen uit de binnenruimte.










