Instruction Manual

Table Of Contents
Apparaatdeur nl
29
2.
Bevestiging van de 4 afstandhouders en de 2 dich-
tingen controleren.
De afstandshouder op het midden van de lijnen
⁠ plaatsen ⁠.
De afdichtingen aan de hoeken bevestigen ⁠.
3.
De middelste ruit met afstandshouder en afdichtin-
gen in de richting van de pijl plaatsen ⁠.
De pijl op de middelste ruit moet corresponderen
met de pijl op de omlijsting ⁠.
4.
De tweede middelste ruit zonder afstandshouder en
afdichtingen plaatsen en in de richting van de pijl
schuiven, totdat deze in de omlijsting past ⁠.
De pijl op de middelste ruit moet corresponderen
met de pijl op de omlijsting ⁠.
5.
De middelste ruit in het gebied ⁠ naar beneden
drukken en de houder ⁠ schuin inschuiven en aan-
drukken, totdat deze vergrendelt.
a De houder is ingebracht.
6.
De binnenruit zo op de apparaatdeur leggen dat het
nummer ⁠ rechts onderaan leesbaar is. De binnen-
ruit schuin naar achteren in de bevestigingsrail ⁠
plaatsen.
7.
De binnenruit voorzichtig schuin naar boven optillen
en de houder ⁠ aanbrengen.