Installation Guide

Table Of Contents
nl Stoom
16
10.
Regenereren met ⁠ starten.
→"Bedrijf onderbreken", Pagina14
→"Werking afbreken", Pagina14
a Wanneer de watertank tijdens het regenereren leeg-
raakt, wordt de werking onderbroken.
→"Watertank bijvullen", Pagina15
a Wanneer de tijdsduur is verstreken, dan klinkt een
signaal en warmt het apparaat niet meer op.
→"Apparaat uitschakelen", Pagina13
11.
Druk op een willekeurige knop om het signaal voor-
tijdig te beëindigen.
12.
De watertank legen en de binnenruimte drogen.
→"Na elk gebruik met stoom", Pagina16
8.4 Bereiden met stoom
Bij het bereiden met stoom brengt het apparaat met
verschillende tussenpozen stoom in de binnenruimte.
Hierdoor krijgt het gerecht een knapperige korst en
een glanzend oppervlak. Vlees wordt van binnen zacht,
mals en verliest slechts weinig volume.
Verwarmingsmethoden voor bereiding met
stoom
Bij deze verwarmingsmethoden kunt u er stoom bij in-
schakelen:
¡ "CircoTherm hete lucht" ⁠
¡ "Boven-/onderwarmte" ⁠
¡ "Thermogrillen" ⁠
¡ "Broodbakstand" ⁠
¡ "Warmhouden" ⁠
Bereiding met stoomtoevoer inschakelen
1.
De watertank vullen.
→"Watertank vullen", Pagina14
2.
Schakel het apparaat in met ⁠.
3.
Een geschikte verwarmingsmethode instellen.
→"Verwarmingsmethoden voor bereiding met
stoom", Pagina16
4.
Een temperatuur instellen.
5.
De bereiding met stoomtoevoer met ⁠ inschakelen.
6.
Om de stoomintensiteit ⁠ te kiezen, naar links of
rechts vegen:
gering
gemiddeld
sterk
7.
Om de instellingen op te slaan, op ⁠ drukken.
8.
De bereiding met stoomtoevoer met ⁠ starten.
a Wanneer de watertank tijdens de bereiding met
stoomtoevoer leegraakt, verschijnt op het display
"Watertank vullen". De werking wordt zonder stoom-
toevoer voortgezet.
→"Watertank bijvullen", Pagina15
Stoomfunctie annuleren
1.
Druk op ⁠.
2.
Op de onderste regel met de stoomintensiteit druk-
ken.
3.
Om "Uit" in te stellen, naar rechts vegen.
a De werking wordt zonder stoomtoevoer voortgezet.
Werking met stoomtoevoer beëindigen
1.
Schakel het apparaat uit met ⁠.
2.
De watertank legen en de binnenruimte drogen.
→"Na elk gebruik met stoom", Pagina16
8.5 Na elk gebruik met stoom
Na elke bereiding met stoom pompt het apparaat het
restwater terug in de watertank. Leeg en droog aanslui-
tend de watertank en de bereidingsruimte.
Watertank legen
WAARSCHUWING‒Kans op brandwonden!
Tijdens het gebruik van het apparaat kan de watertank
heet worden.
Heeft u het apparaat zojuist gebruikt, wacht dan tot
de watertank is afgekoeld.
Neem de watertank uit de tankschacht.
LET OP!
Het drogen van de watertank in de hete binnenruimte
leidt tot beschadiging van de watertank.
De watertank niet drogen in de hete binnenruimte.
Wanneer de watertank in de vaatwasser wordt gerei-
nigd veroorzaakt dit schade.
De watertank niet reinigen in de vaatwasmachine.
Reinig de watertank met een zachte doek en een in
de handel gebruikelijk schoonmaakmiddel.
Opmerking:Na het uitschakelen van het apparaat is
de toets ⁠ wat langer verlicht om u eraan te herinneren
de watertank leeg te maken.
1.
Het bedieningspaneel met ⁠ openen.
2.
De watertank eruit nemen.
3.
Het deksel van de watertank voorzichtig verwijderen.
4.
De watertank legen, met een afwasmiddel reinigen
en met schoon water grondig uitspoelen.
5.
Alle onderdelen drogen met een zachte doek.
6.
De afdichting van het deksel droog wrijven.
7.
Laat de watertank drogen met geopend deksel.
8.
Het deksel op de watertank plaatsen en aandruk-
ken.
9.
De watertank inzetten en bedieningspaneel sluiten.
Binnenruimte drogen
Om de binnenruimte te drogen, kunt u ofwel de functie
"Drogen" gebruiken of de binnenruimte met de hand
drogen.
Binnenruimte drogen met functie Drogen
Met "Drogen" wordt de binnenruimte verwarmd, zodat
vocht in de binnenruimte verdampt. Vervolgens opent u
de apparaatdeur zodat de waterdamp ontsnapt.
WAARSCHUWING‒Kans op brandwonden!
Het apparaat wordt heet tijdens het gebruik.
Het apparaat voor het schoonmaken laten afkoelen.
LET OP!
Water op de bodem van de binnenruimte bij temperatu-
ren boven de 120°C leidt tot schade aan het emaille.
Geen programma starten wanneer zich water op de
bodem van de binnenruimte bevindt.
Voor gebruik het water van de bodem van de bin-
nenruimte opnemen.
Vereiste:De binnenruimte is afgekoeld.
1.
Verontreiniging in de binnenruimte verwijderen.
2.
Droog de binnenruimte met een spons.
3.
Schakel het apparaat in met ⁠.
4.
Druk op ⁠.
5.
Om "Drogen" ⁠ te selecteren, naar links of rechts
vegen.