Installation Guide

Table Of Contents
De Bediening in essentie nl
11
6.
Het jaar met ⁠ of ⁠ kiezen.
7.
Zo vaak op ⁠ drukken tot "Datum" verschijnt.
8.
De instellingen met ⁠ overnemen.
9.
De apparaatdeur één keer openen en sluiten.
a Het apparaat controleert zichzelf en is vervolgens
klaar voor gebruik.
a De eerste inbedrijfstelling is afgesloten.
6.2 Apparaat reinigen
Voordat u voor het eerst gerechten klaarmaakt met het
apparaat dient u de binnenruimte en de accessoires te
reinigen.
1.
De productinformatie, accessoires, verpakkingsres-
ten zoals piepschuimbolletjes verwijderen uit de bin-
nenruimte.
2.
De gladde oppervlakken in de binnenruimte met
een zachte, vochtige doek afvegen.
3.
Het apparaat met ⁠ inschakelen.
→"Apparaat inschakelen", Pagina11
4.
De verwarmingsmethode en temperatuur voor het
opwarmen instellen en met ⁠ starten.
→"Verwarmingsmethode en temperatuur instellen",
Pagina11
Opwarmen
Verwarmingsmethode CircoTherm hetelucht ⁠
Temperatuur maximaal
Tijdsduur 1uur
5.
Zorg ervoor dat de keuken geventileerd is zolang
het apparaat opwarmt.
6.
Na 1uur het apparaat met ⁠ uitschakelen.
→"Apparaat uitschakelen", Pagina11
7.
Laat het apparaat afkoelen.
8.
De gladde oppervlakken met zeepsop en een
schoonmaakdoekje reinigen.
9.
Reinig de accessoires grondig met zeepsop en een
schoonmaakdoekje.
7  De Bediening in essentie
7.1 Apparaat inschakelen
Schakel het apparaat in met ⁠.
Opmerkingen
¡ In de basisinstellingen kunt u vastleggen of na het
inschakelen de verwarmingsmethoden of het hoofd-
menu verschijnt.
→"Basisinstellingen", Pagina15
¡ Wanneer u het apparaat langere tijd niet bedient,
gaat het apparaat automatisch uit.
7.2 Apparaat uitschakelen
Schakel het apparaat uit met ⁠.
Opmerkingen
¡ Al naar gelang de temperatuur in de binnenruimte
verschijnt op het display de restwarmte-indicatie.
→"Restwarmte-aanduiding", Pagina11
¡ Al naar gelang de temperatuur in de binnenruimte
blijft de koelventilator draaien, totdat de binnenruim-
te is afgekoeld.
→"Koelventilator", Pagina9
7.3 Restwarmte-aanduiding
Nadat u het apparaat heeft uitgeschakeld, wordt op het
display de restwarmte weergegeven.
Display Temperatuur
Restwarmte hoog boven 120°C
Restwarmte laag tussen 60°C en 120°C
7.4 Verwarmingsmethode en temperatuur
instellen
1.
Schakel het apparaat in met ⁠.
a De verwarmingsmethoden verschijnen.
2.
Kies de verwarmingsmethode met ⁠ of ⁠.
3.
Naar de volgende regel met ⁠ navigeren.
4.
Kies de temperatuur of stand met ⁠ of ⁠.
5.
Start de werking ⁠.
a Op het display verschijnt de bedrijfstijd.
a De opwarmbalk geeft de temperatuurstijging weer.
6.
Schakel het apparaat uit met ⁠ wanneer het gerecht
klaar is.
7.5 Temperatuur wijzigen
Nadat u de temperatuur gestart heeft, kunt u hem nog
wijzigen.
1.
De regel temperatuur met ⁠ of ⁠ kiezen.
2.
De temperatuur met ⁠ of ⁠ wijzigen.
a De temperatuur wordt gewijzigd.
7.6 Verwarmingsmethode wijzigen
Als u de verwarmingsmethode wijzigt, zet het apparaat
alle instellingen terug.
1.
Onderbreek de werking met ⁠.
2.
De gewenste verwarmingsmethode met ⁠ of ⁠ selec-
teren.
3.
Naar de volgende regel met ⁠ navigeren.
4.
Kies de temperatuur met ⁠ of ⁠.
5.
Start de werking ⁠.
7.7 Bedrijf onderbreken
1.
Druk op ⁠.
2.
Om de werking voort te zetten, opnieuw op ⁠ druk-
ken.
7.8 Werking afbreken
Opmerking:Sommige functies, zoals bijv. reinigings-
functies, kunt u niet afbreken.
Zo lang op ⁠ drukken tot de werking is afgebroken.
a De werking wordt afgebroken en alle instellingen
worden gereset.