Instruction Manual
Table Of Contents
- Inbouwoven
- nl
- Inhoudsopgave
- 1 Veiligheid
- 2 Materiële schade vermijden
- 3 Milieubescherming en besparing
- 4 Uw apparaat leren kennen
- 5 Accessoires
- 6 Voor het eerste gebruik
- 7 De Bediening in essentie
- 8 Tijdfuncties
- 9 Kinderslot
- 10 Snel voorverwarmen
- 11 Sabbatinstelling
- 12 Basisinstellingen
- 13 Reiniging en onderhoud
- 14 Reinigingsfunctie
- 15 Rekjes
- 16 Apparaatdeur
- 17 Storingen verhelpen
- 18 Afvoeren
- 19 Servicedienst
- 20 Zo lukt het
- 20.1 Algemene aanwijzingen voor de bereiding
- 20.2 Aanwijzingen voor het bakken
- 20.3 Aanwijzingen voor de bereiding bij braden, stoven en grillen
- 20.4 Bereiding van diepvriesproducten
- 20.5 Bereiding van kant-en-klare voedingsproducten
- 20.6 Selectie van gerechten
- 20.7 Bijzondere bereidingswijzen en andere toepassingen
- 20.8 Testgerechten
- 21 Montagehandleiding
Storingen verhelpen nl
23
Storing Oorzaak en probleemoplossing
Het apparaat kan niet worden in-
geschakeld, op het display ver-
schijnt .
Automatisch kinderslot of kinderslot is geactiveerd
▶
Houd de toets ingedrukt tot "Kinderslot gedeactiveerd" verschijnt.
Werking start niet of wordt onder-
broken.
Verschillende oorzaken zijn mogelijk.
▶
Controleer de aanwijzingen die op het display verschijnen.
→"Informatie weergeven", Pagina11
Storing
▶
Neem contact op met de klantenservice.
→"Servicedienst", Pagina24
Apparaat warmt niet op, op het
display verschijnt .
De demonstratiemodus is geactiveerd in de basisinstellingen.
1.
Haal de stroom kortstondig van het apparaat door de zekering in de meter-
kast uit en opnieuw in te schakelen.
2.
Deactiveer de demo-modus binnen 3 minuten in de
→"Basisinstellingen", Pagina14.
Stroomvoorziening is uitgevallen.
▶
Open en sluit na een stroomuitval de apparaatdeur één keer.
a Het apparaat controleert zichzelf en is vervolgens klaar voor gebruik.
Als het apparaat uitgeschakeld
is, verschijnt de actuele tijd niet.
Basisinstelling werd gewijzigd.
▶
Wijzig de basisinstelling van de tijdsindicatie.
→"Basisinstellingen", Pagina14
Verlichting van de binnenruimte
werkt niet.
Halogeenlamp is defect.
▶
Vervang de ovenlamp.
→"Ovenlamp vervangen", Pagina23
Maximale gebruiksduur bereikt. Om een ongewilde permanente werking te vermijden, stopt het apparaat na
meerdere uren automatisch met op te warmen als de instellingen onveranderd
zijn. Er verschijnt een aanwijzing op het display.
Het tijdstip waarop de maximale gebruiksduur wordt bereikt, is afhankelijk van
de functie-instellingen.
1.
Om de werking voort te zetten, drukt u op een willekeurige toets.
2.
Wanneer u het apparaat niet gebruikt, schakel het dan met uit.
Tip:Om te voorkomen dat het apparaat ongewenst uitschakelt, kunt u een tijds-
duur instellen.
→"Tijdsduur instellen", Pagina11
Melding met "D" of "E" verschijnt
in het display, bijv. D0111 of
E0111.
De elektronica heeft een fout geconstateerd.
1.
Schakel het apparaat uit en weer in.
a Als de storing eenmalig was, verdwijnt de melding.
2.
Verschijnt de melding opnieuw, neem dan contact op met de klantenservice.
Geef tijdens het telefoongesprek de exacte foutmelding door.
→"Servicedienst", Pagina24
Bereidingsresultaat is niet bevre-
digend.
Instellingen waren niet geschikt.
Instelwaarden, bijv. temperatuur of tijdsduur, zijn van recept, hoeveelheid en le-
vensmiddel afhankelijk.
▶
Stel de volgende keer lagere of hogere waarden in.
Tip:Veel informatie over de bereiding en de passende instelwaarden vindt u
op onze homepage www.neff-international.com.
17.2 Ovenlamp vervangen
Wanneer de verlichting in de oven is uitgevallen, ver-
vang dan de ovenlamp.
Opmerking:Hittebestendige 230V-halogeenlampen,
40 watt, kunt u verkrijgen bij de servicedienst of in spe-
ciaalzaken. Gebruik uitsluitend originele lampen. Pak
nieuwe halogeenlampen uitsluitend beet met een scho-
ne, droge doek. Hierdoor wordt de levensduur van de
lamp verlengd.
WAARSCHUWING‒Kans op brandwonden!
Tijdens het gebruik worden het apparaat en haar on-
derdelen die men kan aanraken heet.
▶
Wees voorzichtig om het aanraken van verwar-
mingselementen te voorkomen.
▶
Kinderen jonger dan 8 jaar moeten uit de buurt wor-
den gehouden.