Instruction Manual
Table Of Contents
- Inbouwoven
- nl
- Inhoudsopgave
- 1 Veiligheid
- 2 Materiële schade vermijden
- 3 Milieubescherming en besparing
- 4 Uw apparaat leren kennen
- 5 Accessoires
- 6 Voor het eerste gebruik
- 7 De Bediening in essentie
- 8 Tijdfuncties
- 9 Kinderslot
- 10 Snel voorverwarmen
- 11 Sabbatinstelling
- 12 Basisinstellingen
- 13 Reiniging en onderhoud
- 14 Reinigingsfunctie
- 15 Rekjes
- 16 Apparaatdeur
- 17 Storingen verhelpen
- 18 Afvoeren
- 19 Servicedienst
- 20 Zo lukt het
- 20.1 Algemene aanwijzingen voor de bereiding
- 20.2 Aanwijzingen voor het bakken
- 20.3 Aanwijzingen voor de bereiding bij braden, stoven en grillen
- 20.4 Bereiding van diepvriesproducten
- 20.5 Bereiding van kant-en-klare voedingsproducten
- 20.6 Selectie van gerechten
- 20.7 Bijzondere bereidingswijzen en andere toepassingen
- 20.8 Testgerechten
- 21 Montagehandleiding
nl Montagehandleiding
30
¡ Het apparaat na het uitpakken controleren.
Niet aansluiten in geval van transportscha-
de.
¡ Voor het eerste gebruik verpakkingsmateri-
aal en plakfolie verwijderen uit de binnen-
ruimte en van de deur.
¡ Bij de inbouw van accessoires dient u zich
te houden aan de beschrijving in de monta-
gebladen.
¡ Inbouwmeubels dienen bestand te zijn te-
gen een temperatuur tot maximaal 95°C,
aangrenzende meubelfronten tot 70°C.
¡ Het apparaat niet inbouwen achter een de-
cor- of meubeldeur. Er bestaat gevaar van
oververhitting.
¡ Voer uitsnijdingswerkzaamheden aan het
meubel uit voordat het apparaat wordt ge-
plaatst. Spanen verwijderen. Deze kunnen
invloed hebben op de werking van elektri-
sche componenten.
¡ De contactdoos van het apparaat dient zich
in het gebied van het gearceerde vlak of
buiten de inbouwruimte te bevinden.
Niet-bevestigde meubels moeten met een
gebruikelijke, in de handel verkrijgbare
montagebeugel aan de wand worden be-
vestigd.
¡ Draag werkhandschoenen ter voorkoming
van snijwonden. Onderdelen die tijdens het
inbouwen toegankelijk zijn, kunnen scherpe
randen hebben.
¡ Maataanduidingen van de afbeeldingen in
mm.
WAARSCHUWING‒Gevaar:
magnetisme!
In het bedieningspaneel of de bedieningsele-
menten bevinden zich permanente magneten.
Deze kunnen elektronische implantaten, zoals
bijvoorbeeld pacemakers, of insulinepompen
beïnvloeden.
▶
Dragers van elektronische implantaten die-
nen een afstand van minstens 10cm tot de
bedieningselementen aan te houden.
WAARSCHUWING‒Kans op brand!
Het gebruik van een verlengd netsnoer en
niet-toegestane adapters is gevaarlijk.
▶
Gebruik geen meervoudige stekkerdozen.
▶
Gebruik uitsluitend verlengkabels die zijn
gecertificeerd, een minimale aderdiameter
van 1,5mm² hebben en die voldoen aan
de geldende landelijke veiligheidsvereisten.
▶
Neem contact op met de service wanneer
het netsnoer te kort is.
▶
Alleen door de fabrikant goedgekeurde
adapters gebruiken.
LET OP!
Door het apparaat aan de deurgreep te dra-
gen kan deze afbreken. De deurgreep houdt
het gewicht van het apparaat niet.
▶
Het apparaat niet aan de deurgreep vast-
houden of dragen.
21.2 Afmetingen van het apparaat
Hier vindt u de afmetingen van het apparaat.










