Operation Manual
TRACKER 5505/5505i/5605 Installatie- en bedieningshandleiding
9
NAVMAN
2 Normaal gebruik
Toetsenoverzicht
1) Ga terug naar een eerder menu of beeldscherm. Alle gemaakte
veranderingen worden genegeeerd. In de landkaartstand wordt
de landkaart gecentreerd rond de boots positie.
2) Geef een menu van de voornaamste beeldschermen weer.
Selecteer, om naar een beeldscherm te gaan, deze van het menu
(zie paragraaf 2-8).
3) Cursortoetsen, om de cursor of de selectiemarkering te bewegen.
4) Geef een menu weer met de opties voor het huidige beeldscherm.
Druk nogmaals op om het Instellingsmenu weer te geven
(zie paragraaf 14).
5) Begin een actie of accepteer een verandering.
6) Zoom in of uit van/naar verschillende gebieden en details op de
kaart.
7) Creëer onmiddellijke een waypoint op de positie van de boot (zie
paragraaf 5-2-1).
8) Man overboord (MOB, zie paragraaf 2-5).
9) Schakel de TRACKER aan en uit (zie paragraaf 2-3); pas
achtergrondlicht aan (zie paragraaf 2-4).
2-1 Gebruik van de toetsen
In deze handleiding betekent:
Drukken dat de toets minder dan een seconde wordt gedrukt.
Vasthouden dat de toets ingedrukt blijft.
De interne pieper piept wanneer een toets wordt ingedrukt (om de piep in of uit te schakelen, zie
paragraaf 14-1).
1)
2)
3)
4)
5)
6)
7)
8)
9)