Operation Manual

TRACKER 5505/5505i/5605 Installatie- en bedieningshandleiding
7
NAVMAN
1-2 Schoonmaak en onderhoud
Het TRACKER-scherm is bedekt met een
gedeponeerde anti-reflectielaag. Om schade te
voorkomen dient het scherm, als het vies is, of
bedekt met zeezout, alleen met een vochtige
doek en een mild afwasmiddel te worden
schoongemaakt. Vermijd schuurmiddelen,
benzine en andere oplosmiddelen. Indien een
insteekkaart nat of vies wordt, maak deze dan
schoon met een vochtige doek of een mild
afwasmiddel.
Voor optimaal functioneren dient niet over de
kabels gelopen te worden en dienen de kabels en
connectors niet bekneld te raken.
Plaats de stofkap over het beeldscherm als de
TRACKER is uitgeschakeld.
De Navman TRACKER is een compacte, stevige,
zeer geïntegreerde maritieme kaartplotter. Het
instrument is eenvoudig te gebruiken en heeft
een goed leesbaar kleurenscherm. Complexe
functies kunnen worden uitgevoerd met een
paar tikken op de toetsen, zodat navigeren een
stuk eenvoudiger wordt.
Deze handleiding beschrijft:
TRACKER 5505/5605
Kleurenscherm, externe GPS-antenne.
TRACKER 5505i
Kleurenscherm, interne GPS-antenne.
De beschikbare functies, beeldschermen
en instellingsmenu’s zijn afhankelijk van
de optionele sensoren en geïnstalleerde
instrumenten.
Voor de brandstoffuncties dienen
optionele benzine/diesel of SmartCraft
brandstofsensoren geïnstalleerd en
ingesteld te zijn.
1-1 Overzicht
Voor SmartCraft motorfuncties dient een
SmartCraft systeem geïnstalleerd te zijn.
Voor informatie over het gebruik van
SmartCraft, zie de SmartCraft Gateway
Installatie- en bedieningshandleiding.
De TRACKER kan data naar andere
instrumenten sturen, zoals een
automatische piloot, en data ontvangen
van andere instrumenten.
Voor informatie over installatieopties, zie
paragraaf 15-2.
Deze handleiding beschrijft hoe de TRACKER
geïnstalleerd en gebruikt dient te worden.
Speciale termen worden in Appendix C
uitgelegd. Om maximaal profijt van uw
TRACKER te hebben raden we aan deze
handleiding voor installatie en gebruik
aandachtig door te lezen. Voor meer
informatie over dit instrument en andere
Navman-producten verwijzen we naar onze
website, www.navman.com.
1-3 Insteekkaarten
De TRACKER kan twee verschillende soorten
insteekkaarten gebruiken:
C-MAP™ landkaartkaarten hebben
landkaartdetails die nodig zijn voor
navigatie in een bepaalde regio. Indien een
landkaartkaart in gebruik is verschijnen de
extra details automatisch op het TRACKER-
kaartbeeldscherm.
De TRACKER kan NT, NT+ en NT-MAX-
kaarten gebruiken.
C-MAP™ gebruikerskaarten worden
gebruikt om navigatiegegevens te
bewaren. Elke gebruikerskaart is een
uitbreiding van het TRACKER-geheugen en
maakt het eenvoudig om data van de ene
naar de andere TRACKER over te dragen (zie
paragraaf 14).
Opmerking: De oude 5 Volt-kaarten worden
niet ondersteund.
1 Introductie