Operation Manual
TRACKER 5505/5505i/5605 Installatie- en bedieningshandleiding
41
NAVMAN
10-6-2 Brandstofverbruikcurves beheren
Een curve een andere naam geven
1 Druk een of meerdere keren op ,
totdat het Instellingsmenu wordt
weergegeven en selecteer vervolgens
Brandstof.
2 Selecteer Brandstofverbruikcurve.
Selecteer Naam en selecteer de naam voor
de curve die u een andere naam wilt geven.
3 Selecteer Nieuwe naam en druk op .
Verander de naam
10-6-3 Gebruik van de
brandstofverbruikcurves
Een curve verwijderen
1 Druk een of meerdere keren op ,
totdat het Instellingsmenu wordt
weergegeven en selecteer vervolgens
Brandstof.
2 Selecteer Brandstofverbruikcurve.
Selecteer Naam en selecteer de naam voor
de curve die u wilt wissen.
3 Selecteer Wissen.
Een curve selecteren
1 U dient een brandstofverbruikcurve te
maken voordat deze kan worden gebruikt
(zie paragraaf 10-6-1).
2 Druk op op het
brandstofbeeldscherm, selecteer
brandstofverbruikcurve en selecteer de
naam van de te gebruiken curve.
3 Druk op het brandstofbeeldscherm op
indien nodig en selecteer brandstofcurve
om de brandstofverbruikcurve weer te
geven.
Opmerking
a Voor een boot met meerdere motoren dient
de RPM van alle motoren ongeveer gelijk
gehouden te worden terwijl de curve wordt
gebruikt.
b De vorm van de curve is afhankelijk van het
geselecteerde type snelheidssensor toen de
curve werd gemaakt (zie paragrafen 10-5-1
en 10-5).
c Voor meer info over
brandstofverbruikcurves verwijzen we naar
Navman’s Dieseldebietsensoren Installatie- en
bedieningshandleiding.
Een curve gebruiken
Vergelijk het functioneren van uw boot nu,
bij de huidige RPM, met het functioneren
van de boot terwijl u de curve maakte. Het
functioneren van uw boot kan nu vergeleken
worden met een curve die onder ideale
condities werd gemaakt, of met een curve
gemaakt onder ongeveer dezelfde condities.
Informatie in een curve
A Huidige RPM van de boot. Voor een
boot met twin-motoren is de RPM het
gemiddelde van de twee RPMs.
B Rode curve: bootsnelheid bij verschillende
RPMs die werden geregistreerd toen u deze
brandstofverbruikcurve maakte.
C Rode marker: huidige bootsnelheid. Deze
marker bevindt zich onder de rode curve
en laat zien dat de bootsnelheid nu, bij
deze RPM, lager is dan toen de curve werd
geregistreerd.
D Blauwe curve: brandstofverbruik bij
verschillende geregistreerde RPMs toen de
brandstofverbruikcurve werd gemaakt.
E Blauwe marker: huidige brandstofverbruik.
Deze marker bevindt zich onder de blauwe
curve en laat zien dat de bootsnelheid nu,
bij deze RPM, beter is dan toen de curve
werd geregistreerd.
F Indien de blauwe curve een dal vertoont,
dan bereikt de boot op deze RPM de beste
snelheid voor het laagste brandstofverbruik.
C
D
E
F
A
B
registreren. Dan vraagt de TRACKER of
u de curve wil bewaren. Selecteer Ja. De
brandstofcomputer vraagt naar een naam
voor de curve. Verander indien gewenst de
standaard naam. Druk vervolgens op .
De TRACKER zal de nieuwe curve bewaren.
Opmerking: Om het maken van de curve op
een willekeurig tijdstip te onderbreken, druk
op .