Operation Manual

TRACKER 5505/5505i/5605 Installatie- en bedieningshandleiding
35
NAVMAN
Om zeker te zijn dat de brandstofdata
klopt:
Informeer de TRACKER wanneer
brandstof wordt toegevoegd of
verwijderd aan/uit een tank (zie
paragraaf 10-3)
Indien de boot benzinesensors heeft,
kalibreer ze dan tijdens de installatie of
indien de brandstofaflezing incorrect
lijkt (zie paragraaf 10-7)
Kies het juiste type
bootsnelheidssensor om Verbruik,
Bereik en de brandstofverbruikcurve te
berekenen (zie paragraaf 10-5)
Indien de boot een logwielsensor
gebruikt om snelheid te meten,
kalibreer deze dan tijdens de installatie,
of indien de snelheidsaflezingen niet
lijken te kloppen.
10 Brandstoffuncties en -beeldscherm
Voor de brandstoffuncties dienen optionele benzine/diesel of SmartCraft brandstofsensoren
geïnstalleerd en ingesteld te zijn.
Elke motor heeft een debietsensor om het
brandstofdebiet van de motor te meten.
De TRACKER gebruikt deze debietbedragen,
samen met de boots snelheid en RPM, indien
beschikbaar, om de resterende brandstof in
de tank(s), verbruikte brandstof, bereik en
brandstofverbruik te schatten. Deze data wordt
weergegeven op het brandstofbeeldscherm
(zie paragraaf 10-2).
U kan:
brandstof verbruikt weergeven tijdens een
tocht
(zie paragraaf 10-2)
weinig brandstof-alarmen instellen (zie
paragraaf 10-4)
brandstofverbruikcurves maken - grafieken
van brandstofconsumptie en bootsnelheid
als een functie van motor RPM - om het
functioneren van de boot in de gaten te
houden en te optimaliseren.
(zie paragraaf 10-6)
10-2 Brandstofbeeldscherm
Om naar het Brandstofscherm te gaan, druk
op , selecteer Ander en selecteer dan
Brandstof.
Hoe het beeldscherm eruitziet is afhankelijk
van het aantal motoren en het aantal tanks.
Indien motor RPM beschikbaar is en u heeft
een brandstofconsumptiecurve gemaakt
en geselecteerd (zie paragraaf 10-6), druk
dan op om tussen een samenvatting of
een brandstofcurvescherm heen en weer te
schakelen.
Het Brandstofscherm geeft weer:
Snelheid
Om een bootsnelheidsensor te selecteren, zie
paragraaf 10-5-1.
10-1 Wat de brandstofcomputer doet
RPM (indien beschikbaar)
Indien motor RPM niet beschikbaar is geeft het
beeldscherm diepte weer.
Resterend
De resterende brandstof in de tank(s) wordt
weergegeven als een verticale meter aan de
rechterkant van het beeldscherm. De hoogte
van de gele balk(en) geeft aan hoeveel
brandstof achterblijft in de tank(s). Als u een
Weinig brandstof-alarm heeft ingesteld (zie
paragraaf 10-4), geeft een rode balk aan wat
de alarmreactiewaarde is. Indien er twee tanks
zijn, geeft de linker balk de bakboordtank weer
en de rechterbalk de stuurboordtank.
CAUTION
!
!
CAUTION
DANGER
WARNING