Operation Manual

TRACKER 5505/5505i/5605 Installatie- en bedieningshandleiding
28
NAVMAN
Controleer dat routes niet over land of door
gevaarlijk water gaan.
5-2-9 Navigatie naar een waypoint
5-2-8 Waypoints rangschikken
6 Navigatie: Routes
Een route is een lijst met waypoints waarover
de boot kan navigeren. Routes kunnen worden
gecreëerd, veranderd of verwijderd.
De TRACKER kan maximaal 25 routes bevatten.
Elke route heeft maximaal 50 waypoints.
Een route kan:
Beginnen en eindigen op hetzelfde
waypoint .
Hetzelfde waypoint meer dan een keer
bevatten.
De TRACKER kan in beide richtingen over
een route navigeren. Waypoints op de route
kunnen worden overgeslagen.
Routes zijn een krachtige functie wanneer de
TRACKER is aangesloten op een automatische
piloot; ze maken het mogelijk dat het vaartuig
automatisch over een route wordt gevoerd.
CAUTION
!
!
CAUTION
DANGER
WARNING
5-2-7 De data van een waypoint veranderen
Om de waypoint-data te veranderen als dit in
een venster wordt weergegeven:
1 Selecteer de te veranderen data.
Druk op .
Gebruik de cursortoetsen om de data te
veranderen.
Druk op .
2 Herhaal indien nodig te bovenstaande stap
om andere data te veranderen.
3 Selecteer Bewaren.
Om te veranderen hoe een waypoints-lijst
wordt weergegeven:
1 Druk op en selecteer Sorteren
op
2 Selecteer hoe de lijst moet worden
weergegeven:
Naam: In alfabetische volgorde, op naam.
Icoon: Gegroepeerd per icoontype.
Afstand: In volgorde van afstand tot de
boot.
Een pijl bovenaan de kolom geeft aan hoe de
waypoints worden gerangschikt.
Zie paragraaf 3-1-2.
1 Druk in het waypointsbeeldscherm op en selecteer Wissen.
2 Selecteer Ja om te bevestigen.
5-2-6 Alle waypoints wissen