Operation Manual

TRACKER 5505/5505i/5605 Installatie- en bedieningshandleiding
22
NAVMAN
Om een kaartsymbool te vinden en weer te
geven:
1 Druk op en selecteer Zoeken.
2 Selecteer het symbooltype: Waypoints,
Routes, Haven op naam, Havens &
voorzieningen of Getijdenstations.
3 Voor havens & voorzieningen selecteer de
te vinden voorziening.
Voor havens op naam, druk op , ,
of om een naam of letter van een
havennaam in te voeren en druk vervolgens
op .
4 Een lijst met items wordt weergegeven.
Indien er meer items zijn dan op het
beeldscherm passen, druk dan op of
om een pagina omhoog of omlaag te
gaan.
Voor havens op naam: om naar een andere
havennaam te zoeken, druk op .
Verander de naam en druk op .
5 Selecteer het item en druk op . Het
kaartbeeldscherm verandert om het item in
het midden van het scherm weer te geven.
Om opgeslagen informatie over het item te
zien, druk op (zie paragraaf 3-2-4).
3-2-6 Perspectief overzicht
Het perspectief overzicht geeft de kaart weer
vanuit een schuine gezichtshoek, i.p.v. recht
erboven. Om het perspectief overzicht in
of uit te schakelen, druk op en stel
Perspectief in op of .
3-2-5 Een kaartsymbool vinden
De landkaart geeft symbolen weer, zoals
waypoints en landkaartsymbolen (bijv. boeien,
bakens, wrakken en jachthavens). Indien
de cursor ten minste twee seconden boven
een symbool wordt geplaatst, verschijnt een
gegevensvenster in de linker benedenhoek
van het beeldscherm, met informatie over het
symbool.
Om beschikbare informatie over een punt op
de landkaart te zien (bijv. een kaartsymbool):
1 Beweeg de cursor naar dat punt op de
landkaart.
2 Druk op en selecteer landkaart info.
3 Een menu met objecten wordt
weergegeven:
i Selecteer het weer te geven object.
ii Druk op om naar het menu terug te
keren. Selecteer andere objecten.
iii Druk tot slot op om terug te keren
naar het kaartbeeldscherm.
3-2-4 Landkaartsymbolen en -informatie