Operation Manual

37
TRACKER 5430/5430i Installatie- en Bedieningshandleiding
NAVMAN
15-3 Installatiehandleiding
Waarschuwing: Verzekert u zich ervan dat
de installatiegaten die u maakt de constructie
van de boot niet ondermijnen. Raadpleeg
in geval van twijfel een gekwalificeerde
bootbouwer.
Beeldscherm
1 Vind een passende plaats voor het instrument:
Er zijn twee bevestigingsmogelijkheden:
Vlakke bevestiging: hiervoor is een stevig
paneel met toegang tot de achterkant
nodig voor bedrading en vastmaken van
schroeven. De TRACKER 5430i kan niet vlak
worden bevestigd.
Beugelbevestiging: hiervoor is een
paneel nodig waaraan de beugel bevestigd
kan worden. De beugel kan gekanteld en
gedraaid worden.
Kies een plaats die goed zichtbaar is en niet aan
direct zonlicht of water wordt blootgesteld.
indien mogelijk recht voor of rechts van de
navigator, omdat het LCD-beeldscherm van
daaruit beter leesbaar is.
Zorg dat het instrument niet in de buurt komt
van elektrische signalen of ruis.
Voor de TRACKER 5380i met de interne
GPS-antenne:
Dient het beeldscherm goed zicht op de lucht
en de horizon te hebben.
Dient het zicht niet geblokkeerd te zijn door
grote onderdelen van de bovenbouw.
Kan het instrument onder glas, perspex,
glasvezel of textiel, maar nooit onder metaal of
hout geplaatst worden.
Bevestig het instrument niet binnen 3 m van
de antenne van een radio-ontvanger of binnen
0.5 m (20") van de straal van een radarantenne.
2 Vlakke bevestiging
i Maak m.b.v. de vlakke bevestigingsmal
een gat in het tussenpaneel voor het
beeldscherm.
ii Boor vier gaten voor de
bevestigingsbouten m.b.v. de vlakke
bevestigingsmal.
iii Schroef de vier bouten in de koperen gaten
aan de achterkant van het beeldscherm.
iv Plaats het beeldscherm en draai de
ringetjes en moeren op de bouten.
Voor beugelbevestiging
i Houd de beugel op de juiste plaats en
markeer de schroefgaten.
ii Boor de schroefgaten en schroef de
beugel op zijn plaats met de bijgeleverde
schroeven. Draai de schroeven niet te stijf
aan omdat het beeldscherminstrument
anders misschien niet draait.
Bevestig het beeldscherm nog niet.
GPS-antenne
Bevestig een GPS-antenne en doe hiervoor de
bedrading (zie paragraaf 7). Volg de instructies in
de handleiding die bij de antenne werd geleverd.
Verbind de antenne aan de TRACKER:
TRACKER 5430: De kabel van de bijgeleverde
GPS-antenne heeft een gouden plug. Steek de
plug in de gouden connector aan de achterkant
van de TRACKER.
TRACKER 5430i: Gebruik normaal gesproken de
interne antenne - er is geen andere benodigd.
Voor NavBus of NMEA GPS-bronnen, zie
paragraaf 14 en volgende pagina.
Optionele brandstofkit
1 Installeer de optionele benzine-brandstofkit
met de bij de kit geleverde instructies.
Opmerking: Indien de NMEA-input aan de
brandstofsensorkabel wordt gebruikt, dan is
een speciale Navman brandstofkabel nodig (zie
onderstaand).
2 Leg bedrading voor autopower aan voor de
TRACKER (zie onderstaand).
Installatie van een DGPS-antenne
In gebieden waar satelliet differentiaal (WAAS/
EGNOS) niet beschikbaar is, kan een optionele
gecombineerde GPS/DGPS-antenne aangesloten
worden voor verbeterde precisie binnen het bereik
van conventionele differentiaal bakens aan de wal.
Neem contact op met een NAVMAN-leverancier bij
u in de buurt voor meer informatie.
Stroom-/datakabel
1 Bedrading voor stroomvoorziening. Het
instrument heeft 12 V DC stroom nodig. De
stroomvoorziening dient beschermd te zijn
door een zekering of een stroomonderbreker
tussen 2 en 3 A. Indien deze niet
aanwezig is, dient een 2 A zekering in de
stroomvoorzieningslijn te worden geplaatst.