Operation Manual
36
TRACKER 5430/5430i Installatie- en Bedieningshandleiding
NAVMAN
15 Installatie
Correcte installatie is cruciaal voor een goede
werking van het instrument. Er zijn twee
componenten te installeren, de TRACKER
en de GPS-antenne. Installeer daarnaast de
optionele brandstofkit, om de TRACKER als een
brandstofcomputer te gebruiken.
De TRACKER kan:
Externe piepers of lichten voor het alarm
aansturen.
Data van andere NAVMAN-instrument die via
NavBus zijn aangesloten versturen en ontvangen.
De instelling voor het achtergrondlicht is
gezamenlijk (zie paragraaf 14).
NMEA-data naar een automatische piloot of
ander instrument versturen.
NMEA-data van een diepte-peiler accepteren
en weergeven.
De TRACKER kan worden aangesloten op auto
power, zodat het automatisch wordt in- en
uitgeschakeld met de boots stroomvoorziening.
De TRACKER kan dan niet handmatig worden in- of
uitgeschakeld. Auto power-bedrading is nodig
indien de brandstoffunctie is geïnstalleerd, zodat
de TRACKER alle brandstof die wordt verbruikt
registreert (zie paragraaf 15-3).
Het is van vitaal belang dat u het complete
hoofdstuk over installatie in deze handleiding en
documentatie die bij de antenne en eventuele
andere onderdelen geleverd wordt doorleest
voordat u begint met de installatie.
15-1 Wat er bij de TRACKER geleverd wordt
Standaard configuratie
TRACKER beeldscherm, met een houder voor
insteekkaarten en een beschermdop voor de
brandstofconnector.
Stofkap voor beeldscherm
Bevestigingsbeugel.
Vlakke bevestigingskit (TRACKER 5430).
Stroom-/datakabel
NAVMAN 1330 GPS-antenne (alleen voor
TRACKER 5430; TRACKER 5430i heeft
ingebouwde GPS-antenne).
Garantieregistratiekaart.
15-2 Opties en accessoires
C-MAP™ landkaartkaarten.
C-MAP™ gebruikerskaarten (3 V) voor het
opslaan van data. (De oude 5 volt-kaarten
worden niet ondersteund)
Brandstofkit voor enkele en twin
benzinemotoren.
Kies auto power als de optionele brandstofkit
is geïnstalleerd zodat de TRACKER altijd is
ingeschakeld als de motor aan is en zodat
brandstofverbruik altijd wordt waargenomen
(zie paragraaf 15-3).
Indien de NMEA 1 input van de
brandstofsensor-connector wordt gebruikt,
dan is een speciale NAVMAN brandstofkabel
benodigd (zie paragraaf 15-3).
Piepers met ingebouwde drivers of lichten.
De TRACKER output is geaard, maximaal
30 V DC en 200 mA. Indien de piepers en lichten
meer dan 200 mA in totaal nodig hebben, dient
een relais geïnstalleerd te worden.
5 m (16 vt) verlengkabel voor NAVMAN 1330
GPS-antenne.
GPS- of DGPS-antenne (zie paragraaf 7).
Tweede station-kit. Maakt het mogelijk dat een
TRACKER die op een beugel is bevestigd ergens
anders in de boot kan worden geplaatst (bevat
een tweede bevestigingsbeugel en kabels).
REPEAT 3100 repeater.
NAVMAN draagtas.
Deze Installatie- en bedieningshandleiding.
Schroeven.