Operation Manual

25
TRACKER 5430/5430i Installatie- en Bedieningshandleiding
NAVMAN
Selecteer anders het waypoint waar het
nieuwe waypoint vóór geplaatst moet
worden.
ii Druk op ENT. Een lijst met waypoints wordt
weergegeven. Selecteer het te gebruiken
waypoint.
Als een waypoint wordt ingevoerd, worden
automatisch de afstand en peiling van elke
etappe weergegeven. Indien de route meer
waypoints heeft dan op het scherm passen,
druk dan op of om ze te zien.
5 Om een waypoint uit een route te verwijderen:
i Selecteer het te verwijderen waypoint.
ii Druk op MENU en selecteer Verwijderen.
6 Herhaal dit proces totdat de route klaar is.
7 Druk op ESC.
8 Geef de route weer op de landkaart (zie
paragraaf 10-2-3) en controleer dat de route
niet over land of door gevaarlijk water gaat.
10-2-2 Een route bewerken
Een route bewerken op de landkaart
1 Selecteer in het routesbeeldscherm de te
bewerken route. Druk op MENU en selecteer
Bewerken op de kaart.
2 De geselecteerde route wordt weergegeven
op de landkaart met een cirkel om het eerste
waypoint.
3 Bewerk de route zoals beschreven in paragraaf
10-2-1 A, te beginnen bij stap 4.
Een route bewerken vanuit het
routesbeeldscherm:
1 Druk in het routesscherm op of om de te
bewerken route te markeren. Druk op MENU en
selecteer Bewerken.
2 De geselecteerde route wordt weergegeven:
de routenaam en een lijst met waypoints.
3 Bewerk de route zoals beschreven in paragraaf
6-2-1 A, te beginnen bij stap 4.
10-2-3 Een route weergeven op de landkaart
Dit gaat naar het landkaartbeeldscherm en geeft
de geselecteerde route in het midden van het
scherm weer.
1 Druk in het routesscherm op of om de
weer te geven route te markeren. Druk op
MENU en selecteer Weergeven.
2 U gaat terug naar het kaartscherm, waar de
geselecteerde route wordt weergegeven.
10-2-4 Een route wissen
1 Druk in het routesscherm op of om de te
wissen route te markeren. Druk op MENU en
selecteer Wissen.
2 Selecteer Ja om te bevestigen.
10-2-5 Alle routes wissen
1 Druk in het waypointsbeeldscherm op MENU
en selecteer Wis alles.
2 Selecteer Ja om te bevestigen.
10-1-3 Een route volgen
Om te beginnen met de boot over een route te
navigeren:
1 Druk in het routesscherm op of om de te
gebruiken route te markeren. Druk op MENU
en selecteer Start.
2 De TRACKER vraagt in welke richting de route
gevolgd dient te worden.
Selecteer Vooruit (de volgorde waarin de route
gecreëerd werd) of Achteruit.
3 De TRACKER geeft een landkaart weer, waarop
de route is gemarkeerd en begint te navigeren
vanaf het begin van de route.
10-3 Een route navigeren
10-3-2 Een waypoint in een route overslaan
Om een waypoint over te slaan als de boot over een
route navigeert:
Druk in het kaartbeeldscherm op MENU en
selecteer Overslaan.
De TRACKER begint rechtstreeks naar het volgende
waypoint op de route te navigeren.
Waarschuwing: Het overslaan van een
waypoint met de automatische piloot kan
resulteren in een plotselinge koersverandering.
10-3-3 Een route annuleren
Om de navigatie van de boot over een route te
beëindigen:
Druk in het kaartbeeldscherm op MENU en
selecteer Route annuleren.