Operation Manual
23
TRACKER 5430/5430i Installatie- en Bedieningshandleiding
NAVMAN
2 Druk op MENU en selecteer Bewerken.
3 Verander de waypoint data (zie paragraaf
9-2-7). Selecteer Bewaren.
Een waypoint bewerken in het waypoints-
beeldscherm
1 Druk in het waypoints-beeldscherm op
of
om het te bewerken waypoint te markeren.
Druk op MENU en selecteer Bewerken.
2 Verander de waypoint-data (zie paragraaf
9-2-7). Selecteer Bewaren.
9-2-4 Een waypoint weergeven op de landkaart
Dit gaat naar het landkaartbeeldscherm en geeft
het geselecteerde waypoint in het midden van
het scherm weer.
1 Druk in het waypointsscherm op of om
het weer te geven waypoint te markeren.
Druk op MENU en selecteer Weergeven.
2 De TRACKER wisselt naar het
landkaartbeeldscherm, met het
geselecteerde waypoint in het midden van de
kaart.
9-2-5 Een waypoint verwijderen
Een waypoint kan niet verwijderd worden als de
boot er naar toe navigeert of indien het waypoint
in meer dan een route is gebruikt. Een waypoint
dat in een route wordt gebruikt kan gewist
worden.
Waarschuwing: Zodra een waypoint is
gewist uit een route, dient gecontroleerd te
worden of de route nu niet over land of door
gevaarlijk water gaat.
Een waypoint wissen
van het landkaartbeeldscherm
1 Beweeg de cursor in het
landkaartbeeldscherm naar het te wissen
waypoint.
2 Druk op MENU en selecteer Wissen.
3 Selecteer Ja om te bevestigen.
Een waypoint verwijderen in het
waypointsbeeldscherm
1 Druk in het waypointsscherm op of om
het te wissen waypoint te markeren. Druk op
MENU en selecteer Wissen.
2 Selecteer Ja om te bevestigen.
9-2-6 Alle waypoints wissen
1 Druk in het waypoints-beeldscherm op MENU
en selecteer Wis alles.
2 Selecteer Ja om te bevestigen.
9-2-7 De data van een waypoint veranderen
Om de waypointdata te veranderen als dit in een
venster wordt weergegeven:
1 Selecteer de te veranderen data. Druk op ENT.
Gebruik de cursortoetsen om de data te
veranderen.
Druk op ENT.
2 Herhaal indien nodig te bovenstaande stap
om andere data te veranderen.
3 Selecteer Bewaren.
10 Routes
Een route is een lijst met waypoints waarover
de boot kan navigeren. Routes kunnen worden
gecreƫerd, veranderd of verwijderd. De TRACKER
kan maximaal 25 waypoints bevatten. Elke route
heeft maximaal 50 waypoints. Een route kan:
Beginnen en eindigen op hetzelfde
waypoint.
Hetzelfde waypoint meer dan een keer
bevatten.
10-1 Routesbeeldscherm
De TRACKER kan over een route navigeren in
beide richtingen. Waypoints op de route kunnen
worden overgeslagen.Routes zijn een krachtige
functie wanneer de TRACKER is aangesloten op
een automatische piloot; ze maken het mogelijk
dat het vaartuig automatisch over een route
wordt gevoerd.
Waarschuwing: Controleer dat routes
niet over land of door gevaarlijk water gaan.
Het routesbeeldscherm geeft een lijst van
ingevoerde routes weer, elk met een routenaam,
begin-waypoint, eind-waypoint, aantal etappes
en de totale afstand.
Druk, om naar het routescherm te gaan op DISP
en selecteer Routes.