Operation Manual

2
TRACKER 5430/5430i Installatie- en Bedieningshandleiding
NAVMAN
FCC Verklaring
Opmerking: Deze apparatuur is getest en voldoet aan de richtlijnen voor een klasse B
digitaal instrument, conform onderdeel 15 van de FCC-reglementen. Deze richtlijnen zijn
ontworpen om redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke storingen in een nor-
male installatie. Deze instrumenten produceren, gebruiken en kunnen radiofrequentie-
energie uitstralen en indien ze niet geïnstalleerd zijn in overeenkomst met de instructies,
dan kunnen ze schadelijke storing m.b.t. radiocommunicatie veroorzaken. Er is echter
geen garantie dat er in bepaalde installaties geen storing zal plaatsvinden. Indien deze
instrumenten schadelijke storingen veroorzaken bij radio- en televisieontvangst, wat
kan worden bepaald door de instrumenten in en uit te schakelen, wordt de gebruiker
aanbevolen een van de volgende maatregelen te nemen om de storing te verhelpen:
Heroriënteer of verplaats de ontvangstantenne.
Vergroot de afstand tussen het instrument en de ontvanger.
Sluit het instrument aan op een output van een andere stroomkring dan die
waarop de ontvanger is aangesloten.
Raadpleeg de leverancier of een ervaren technicus.
Een afgeschermde kabel dient te worden gebruikt wanneer perifere
apparatuur op de seriële poorten wordt aangesloten.