Operation Manual
TRACKER 5380 Installatie- en bedieningshandleiding
7
NAVMAN
1-2 Schoonmaak en onderhoud
Het TRACKER-scherm is bedekt met een
gedeponeerde anti-reflectielaag. Om schade
te voorkomen dient het scherm, als het vies
is, of bedekt met zeezout, alleen met een
vochtige doek en een mild afwasmiddel
te worden schoongemaakt. Gebruik
geen schuurmiddelen, benzine of andere
oplosmiddelen. Indien een insteekkaart nat
of vies wordt, maak deze dan schoon met een
vochtige doek of een mild afwasmiddel.
Voor optimaal functioneren dient niet over de
kabels gelopen te worden en dienen de kabels
en connectors niet bekneld te raken.
Plaats de stofkap over het beeldscherm als de
TRACKER is uitgeschakeld.
De NAVMAN TRACKER 5380 is een compacte,
stevige, zeer geïntegreerde maritieme
kaartplotter. Het is handig in gebruik en heeft
een kleurenbeeldscherm. Complexe functies
kunnen worden uitgevoerd met een paar
tikken op de toetsen, zodat navigeren een stuk
eenvoudiger wordt.
Deze handleiding beschrijft:
TRACKER 5380
Kleurenscherm, externe GPS-antenne.
TRACKER 5380i
Kleurenscherm, interne GPS-antenne.
De beschikbare functies, beeldschermen
en instellingsmenu’s zijn afhankelijk van
de optionele sensoren en geïnstalleerde
instrumenten.
Voor brandstoffuncties dienen een of meer
benzinesensoren geïnstalleerd te zijn.
1-1 Overzicht
Voor SmartCraft motorfuncties dient een
SmartCraft systeem geïnstalleerd te zijn.
Voor informatie over het gebruik van
SmartCraft, zie de SmartCraft Gateway
Installatie- en bedieningshandleiding.
De TRACKER kan data naar andere
instrumenten sturen, zoals een
automatische piloot, en data ontvangen
van andere instrumenten.
Voor informatie over installatieopties, zie
paragraaf 15-2.
Deze handleiding beschrijft hoe de TRACKER
geïnstalleerd en gebruikt dient te worden.
Speciale termen worden in Appendix C
uitgelegd. Om maximaal profijt van uw
TRACKER te hebben raden we u aan deze
handleiding voor installatie en gebruik
aandachtig door te lezen. Voor meer
informatie over dit instrument en andere
Navman-producten verwijzen we naar onze
website, www.navman.com.
1-3 Insteekkaarten
De TRACKER kan twee verschillende soorten
insteekkaarten gebruiken:
C-MAP™ landkaartkaarten hebben
landkaartdetails die nodig zijn voor
navigatie in een bepaalde regio. Indien een
landkaartkaart in gebruik is verschijnen de
extra details automatisch op het TRACKER-
kaartbeeldscherm.
De TRACKER kan NT, NT+ en NT-MAX-
kaarten gebruiken.
C-MAP™ gebruikerskaarten worden
gebruikt om navigatiegegevens te
bewaren. Elke gebruikerskaart is een
uitbreiding van het TRACKER-geheugen en
maakt het eenvoudig om data van de ene
naar de andere TRACKER over te dragen (zie
paragraaf 14).
Opmerking: De oude 5 Volt-kaarten worden
niet ondersteund.
1 Introductie