Operation Manual
TRACKER 5380 Installatie- en bedieningshandleiding
66
NAVMAN
Opmerking: voor het meten van
brandstofverbruik door de TRACKER dient de
optionele brandstofdebietkit geïnstalleerd te zijn.
3-1 Brandstofverbruik of resterende
brandstof lijkt onjuist:
a TRACKER is niet op auto power aangesloten
(zie paragraaf 15-4).
b Brandstof golft heen en weer door
transducer in hoge zee. Dit resulteert in
incorrecte waarden. Probeer dit probleem
door de installatie van een eenweg-klep
tussen de brandstoftransducer en de
brandstoftank te verhelpen.
c Brandstof
restant instellen dient
na elke tankbeurt te worden aangepast (zie
paragraaf 10-1).
d Luchtbellen kunnen voorkomen dat de tank
volledig gevuld werd. Dit is zeker waar voor
ondervloerse tanks.
e Brandstoftransducers verslijten na verloop
van tijd en dienen na elke 5000 liters
vervangen te worden.
3-2 Debiet geeft geen of weinig brandstof
weer:
a Controleer dat het aantal motoren is
ingesteld op 1 (zie paragraaf 14-4).
b Controleer of de brandstofkabelconnectors
stevig in hun contact zitten en of de
sluitmoer is aangedraaid. De moer dient
stevig aangedraaid te worden voor een
waterdichte verbinding.
c Een brandstoftransducer kan verstopt
zijn. Verwijder indien dit het geval is de
transducer uit de brandstofleiding en blaas
er voorzichtig door in tegenovergestelde
richting van de brandstofstroom.
Installeer een brandstoffilter tussen de
brandstoftransducer en de brandstoftank,
zie ook brandstofinstallatiehandleiding.
Verzuimen dit te doen maakt de garantie
ongeldig.
d Inspecteer de brandstofkabel van het
ene tot het andere eind op schade,
zoals inkepingen, breuken, beknelde of
vastzittende stukken.
e Controleer of het brandstoffilter schoon is.
3-3 Een twinmotorinstallatie geeft maar een
debiettempo weer:
a Controleer dat het aantal motoren is
ingesteld op 2 (zie paragraaf 14-4).
3-4 Grillige brandstofdebietwaarden:
a De brandstoftransducer is misschien te
dicht bij de brandstofpomp geplaatst en
lijdt daarom onder te sterke trillingen. We
verwijzen naar de installatie-instructie die
bij de brandstoftransducer werd geleverd.
b Controleer op lekkage in de
brandstofslangen en het aanzuigsysteem
van brandstof in de tank(s).
c De debietfilter waarde past niet bij
de motor. Controleer of de waarde niet op
nul is ingesteld en probeer de waarde te
verhogen totdat een stabiele debietwaarde
wordt weergegeven (zie paragraaf 14-4).
3-5 Er wordt geen waarde gegeven voor
brandstofverbruik:
a De boot dient door het water te varen voor
een Verbruik- waarde.
b Controleer dat het logwieltje aan de
transducer vrij kan ronddraaien en dat de
twee magneten nog aan het logwiel
bevestigd zijn.
B-3 Problemen met de brandstofverbruikcurves