Operation Manual
TRACKER 5380 Installatie- en bedieningshandleiding
59
NAVMAN
Een antenne selecteren
Installeer een van de volgende GPS-antennes:
• Gebruik normaalgesproken de interne GPS-
antenne (TRACKER5380i) of de bijgeleverde
GPS-antenne (TRACKER 5380).
• Een optioneel differentiaal baken
DGPS-antenne voor betere precisie binnen
het bereik van differentiaal bakens op de
wal in gebieden waar WAAS of EGNOS niet
beschikbaar zijn. Zo’n DGPS-antenne heeft
zowel een GPS- als een bakenontvanger
en het past de bakencorrectie voor de
GPS-positie automatisch toe.
• Een compatible GPS- of DGPS-instrument
of -antenne aangesloten via NavBus (zie
paragraaf 15-8) of NMEA (zie paragraaf
15-9). In dit geval heeft de TRACKER geen
eigen antenne nodig.
Opmerking:
• De TRACKER kan de WAAS en EGNOS DGPS
correcties op elke GPS-antenne toepassen.
• Om de TRACKER voor verschillende
antenne-opties te configureren, zie
paragraaf 14-3.
Neem contact op met uw Navman-leverancier
voor meer informatie.
Een antenne installeren
Indien een externe antenne benodigd is,
installeer de antenne dan en bevestig de
antennekabel terug aan het instrument. Volg
de instructies in de handleiding die bij de
antenne werd geleverd. Installeer indien nodig
een optionele Navman verlengkabel.
Sluit de externe antenne van de TRACKER 5380
aan op de gouden TRACKER-connector:
Configureer de TRACKER tijdens de installatie
voor de gekozen antenne, zie paragraaf 15-5.
Installeer de optionele benzine-brandstofkit
met de bij de kit geleverde instructies.
Opmerking:
SmartCraft motoren zijn voorzien van
brandstofdebietsensors. Daarnaast
zijn geen Navman brandstofsensoren
benodigd.
Installeer twee kits voor twinmotoren.
Leg autopower bedrading aan voor de
TRACKER (zie paragraaf 15-4).
Gedurende instelling
a Zet Auto power uit (zie paragrafen
2-3 en 14-1)
b Voer de brandstofgegevens in (zie
paragraaf 14-4)
Brandstofsensorkabel
Wit
15-5 Installatie: GPS-antenne
15-6 Installatie: NAVMAN benzinesensors