Operation Manual
TRACKER 5380 Installatie- en bedieningshandleiding
52
NAVMAN
14-8 Instelling > Eenheden
Druk een of meerdere keren op ,
totdat het Instellings- menu wordt
weergegeven en selecteer dan Eenheden:
De standaard eenheden worden bovenstaand
weergegeven.
Afstand
nm (nautische mijlen), mi (mijlen) of km
(kilometers)
Snelheid
kn (knopen), mpu (mijlen per uur) of kpu
(kilometers per uur)
Diepte
vt (voet), m (meters) of va (vadems)
Brandstof
Liters, USGal (VS gallons) of ImpGal (Imperische
gallons)
Kompas
°T (ware noorden) of °M (Magnetische
noorden)
Temperatuur
°F (Fahrenheit) of °C (Celsius)
Wind (optioneel)
Hiervoor is een windinstrument nodig: Waar of
Schb (Schijnbaar)
Opmerking: de eenheden voor windsnelheid
zijn de snelheidseenheden.
Druk
Hiervoor is SmartCraft benodigd: kPa of psi
Baro (Barometrische druk)
Hiervoor is een Navman VHF-ontvanger nodig
die via NavBus is aangesloten: InHg of mB.
Gebruik deze functie wanneer de TRACKER
is aangesloten op andere NAVMAN-
instrumenten via NavBus of een ander
compatible NMEA-instrument.
Druk een of meerdere keren op
, totdat
het Instellings menu wordt weergegeven
en kies vervolgens Comms:
NMEA uit
NMEA wordt over het algemeen gebruikt met
instrumenten van andere dan Navman-makelij
(zie paragraaf 15-9). Selecteer deze optie voor
het versturen van NMEA-zinnen, bijv. naar een
automatische piloot.
NMEA-gegevens
Gebruik dit om te specificeren welke NMEA-
zinnen verzonden zullen worden (zie paragraaf
15-9 en Appendix A).
Decimalen lengte/breedte
Selecteer het aantal gebruikte decimalen
voor latitude en longitude verzonden in
NMEA-zinnen.
NavBus
NavBus is de voorkeursmethode voor
aansluiting van de TRACKER op andere
NAVMAN-instrumenten. Selecteer deze optie
indien instrumenten d.m.v. NavBus op elkaar
zijn aangesloten.
14-9 Instelling > Communicatie