Operation Manual

TRACKER 5380 Installatie- en bedieningshandleiding
50
NAVMAN
Weergave
Uit: Er wordt geen traject weergegeven
op de landkaart.
1 tot 5 (selecteer een trajectnummer):
Het geselecteerde traject wordt
weergegeven op de landkaart.
Plotinterval
De opties zijn Afstand of
Tijd.
Afstand
Selecteer de afstandsplottinginterva
l: 0,01, 0,05, 0,1, 0,5, 1,0, 2,0, 5,0 of 10,0
afstandseenheden.
Tijd
Selecteer de tijdsplottinginterval: 1, 5, 10 of 30
seconden of 1 minuut.
Gebruikt geheugen
Het percentage van het geheugen dat wordt
gebruikt voor registratie van dit traject.
Tip: Gebruik het gebruikerskaartbeeldsch
erm om te controleren hoeveel punten op elk
traject worden geregistreerd (zie paragraaf 14).
Traject verzenden
Deze optie is inbegrepen voor compatibiliteit
met oudere instrumenten. Neem voor
informatie contact op met uw NAVMAN-
leverancier.
Traject verwijderen.
De data van het traject dat geselecteerd was
voor registratie (zie bovenstaand) wordt
verwijderd.
14-6 Instelling > Log
Druk een of meerdere keren op ,
totdat het
Instellings-menu wordt
weergegeven en selecteer dan
Log:
De waarden kunnen onafhankelijk van elkaar
worden verandert. Deze logwaarden worden
bewaard wanneer het instrument wordt
uitgeschakeld.
Reisafstand resetten
Dit reset de tochtafstand tot nul.
Totale afst resetten
Deze optie reset de totale afstand tot nul.
Motoruren resetten
Gebruik deze optie om motoruren te resetten
tot nul. Dit kan handig zijn na een motorservice
of om de motoruren tussen servicebeurten bij
te houden.