Operation Manual

TRACKER 5380 Installatie- en bedieningshandleiding
49
NAVMAN
3. Laat de motor op kruissnelheid lopen
totdat ten minste 15 liter (4 gallons)
benzine is verbruikt per motor.
4. Controleer de eigenlijke hoeveelheid
verbruikte benzine per motor door de
draagbare tanks tot het oorspronkelijk
niveau te vullen en de meter van de
brandstofpomp af te lezen en de waarde te
noteren.
5. Selecteer Brandstof. Gebruik de
cursortoetsen om de verbruikswaarde van
beide motoren zo te veranderen dat ze
overeenkomen met de waarde op de meter
van de benzinepomp.
6. Druk op
wanneer de waarde
klopt.
Opmerking: Indien de brandstofkalibratie
opties na verloop van tijd grillige waarden
weergeven, controleer dan eerst of de
brandstofsensor correct is geïnstalleerd
volgens de installatie-instructies die erbij
werden geleverd en zie vervolgens appendix B
- Problemen oplossen.
Debietfilter
De meeste motoren ontrekken geen constante
hoeveelheid brandstof aan de tank. Voor een
stabiele brandstofdebietwaarde berekent de
TRACKER de debietwaarde door verschillende
metingen te doen en hier het gemiddelde
van te nemen. Gebruik het Debietfilter om
de periode waarover het gemiddelde wordt
genomen in te stellen.
Het debietfilter kan worden ingesteld van
0 tot 30 seconden. Gebruik de laagste
waarde die een stabiel debiet geeft.
Een waarde van 5 tot 10 seconden geeft
normaalgesproken een goed resultaat voor
tweetakt carburateurmotoren. Voor injectie-
en viertaktmotoren kan een hogere waarde
nodig zijn.
Deze instelling is van invloed
op de
Branstofdebiet- en
Brandstofverbruik-waarden op
het brandstofscherm, maar niet op de
Verbruikte brandstof-waarde.
Brandstofverbruikscurve
Zie paragraaf 10-3.
Snelheidsbron
Indien zowel logwielsensor- als GPS-
snelheden beschikbaar zijn, selecteer
dan de bron voor snelheidswaarden
voor brandstofberekeningen. Indien er
(getijde)stroming is, dan zullen deze snelheden
en de brandstofberekeningen anders zijn.
Watersnelheid: Gebruik de
logwielsnelheid (boots snelheid door het
water). Dit geeft een preciezere waarde
voor Verbruik.
GPS: Gebruik GPS-snelheid (boots
snelheid t.o.v. land). Dit geeft een
preciezere waarde voor Bereik.
14-5 Instelling > Traject
Druk een of meerdere keren op , totdat
het
Instellingsmenu wordt weergegeven
en selecteer dan
Trajecten:
Traceren registreert de koers van de boot op
de kaart en geeft deze weer op de kaart (zie
paragraaf 3-5). Vijf verschillende trajecten
kunnen worden geregistreerd: traject 1 heeft
maximaal 2000 punten en trajecten 2, 3, 4 en 5
hebben elk maximaal 500 punten.
Registreren
Uit: De TRACKER stopt de registratie van
een traject.
1 tot 5 (selecteer een trajectnummer): De
TRACKER begint de koers van de boot te
registreren op het geselecteerde traject.