Operation Manual

TRACKER 5380 Installatie- en bedieningshandleiding
47
NAVMAN
Druk een of meerdere keren op , totdat
het Instellings-menu wordt weergegeven en
selecteer
GPS:
GPS-bron
Intern: Gebruik de interne GPS-antenne
(TRACKER 5380i) of de bijgeleverde externe
GPS-antenne (TRACKER 5380) (zie paragraaf
15-5).
NMEA: Gebruik een externe GPS- of
DGPS-bron, aangesloten via NMEA (zie
paragraaf 15-9).
NavBus: Gebruik een externe GPS- of
DGPS-bron, aangesloten via NavBus (zie
paragraaf 15-8).
DGPS-bron
Schakelt de DGPS-correctie via satelliet in of
uit (zie paragraaf 7). De opties zijn
Geen of
WAAS/EGNOS. Schakel WAAS/EGNOS niet in
buiten hun bestrijkingsgebied om de precisie
van de positie niet te ondermijnen.
WAAS bestrijkt de gehele VS en het grootste
veel van Canada. Om WAAS te gebruiken dient
de GPS-antenne duidelijk zicht op de hemel
richting de evenaar te hebben. EGNOS zal het
grootste deel van West Europa bestrijken als
het actief wordt.
14-3 Instelling > GPS
Herstart GPS
Herstart de interne GPS-ontvanger voor
een onderhoudsbeurt of het oplossen van
problemen. Het duurt maximaal drie minuten
om de GPS-ontvanger te herstarten. Het
satellietbeeldscherm geeft de status van
de GPS-ontvanger weer (zie paragraaf 7).
Herstart de GPS indien de ontvanger al enige
tijd niet gebruikt is en het lang duurt om een
GPS-positie te ontvangen.
Statische navigatie
Wanneer de boot stopt of heel langzaam vaart
worden de GPS-snelheid en -koers grillig.
Statische navigatie is een nummer en de opties
zijn:
0,01 tot 99,9: Indien de snelheid van de
boot lager is, dan wordt de snelheid als nul
weergegeven en zal de koers onveranderd
blijven.
0 (Uit): De berekende snelheid en koers
worden altijd gebruikt.
Snelheid- en koersfilter
Golven en wind zorgen ervoor dat de snelheid
en de koers van de boot enigszins fluctueren.
Voor stabiele aflezingen zal de TRACKER
deze waarden berekenen door verschillende
metingen te doen en hiervan het gemiddelde
te nemen.
Een lagere waarde neemt het gemiddelde
van een kortere periode. Dit geeft de meest
precieze waarden maar ook de grootste
schommelingen.
Een hogere waarde neemt het gemiddelde
van een langere periode. Dit geeft de
meest stabiele waarde maar een aantal
ware snelheidsveranderingen worden niet
weergegeven.
Nav-hulp
Geeft signalen weer (mist, radar, radio stations en boeien. Int en US
selecteren het icoonformaat; Simpl tekent eenvoudiger iconen.
Aandachtsgebieden
Geeft de grenzen van aandachtsgebieden en informatie-iconen
weer ; aandachtsgebieden zijn belangrijke gebieden, zoals
ankerplaatsen en ondiepten.
Landkaartkenmerken
Geeft landkenmerken weer, zoals regio’s, rivieren, wegen,
spoorwegen en luchthavens.