Operation Manual

TRACKER 5380 Installatie- en bedieningshandleiding
30
NAVMAN
GPS wereldwijde navigatie
De regering van de VS beheert het
GPS-systeem. Vierentwintig satellieten
draaien in een baan om de aarde en zenden
positie- en tijdsignalen uit. De posities van
deze satellieten veranderen constant. De
GPS-ontvanger analyseert de signalen van
de dichtst bijzijnde satellieten en berekent
waar op aarde het zich bevindt. Dit heet de
GPS-positie.
De precisie van de GPS-positie is
normaalgesproken (95%) beter dan 10 m
(33 vt). Een GPS-antenne kan bijna overal
ter wereld signalen van GPS-satellieten
ontvangen.
7 Satellieten
DGPS
Een DGPS-systeem gebruikt correctiesignalen
om een aantal fouten in de GPS-positie te
verwijderen. Er zijn twee DGPS-systemen die
de TRACKER kan gebruiken:
WAAS en EGNOS DGPS
WAAS en EGNOS zijn twee satelliet-
DGPS- systemen. De correctiesignalen
worden uitgezonden door satellieten en
worden ontvangen door de standaard
TRACKER GPS-antenne. De precisie
van de gecorrigeerde GPS-positie is
normaalgesproken (95%) beter dan 5 m
(15 vt).
1 Druk in het routesbeeldscherm op en selecteer Wissen.
2 Selecteer Ja om te bevestigen.
1 Druk in het routesscherm op
of om de te wissen route te markeren. Druk op en
selecteer
Wissen.
2 Selecteer Ja om te bevestigen.
6-2-4 Een route wissen
6-2-5 Alle routes wissen
6-2-6 Een route navigeren
Zie paragraaf 3-1-3.
6-2-3 Een route weergeven op de landkaart
Om de geselecteerde route in het midden van
het beeldscherm weer te geven:
1 Druk in het routesscherm op
of om
de weer te geven route te markeren. Druk
op
en selecteer Weergeven.
Of druk op in het landkaartscherm,
selecteer
Zoeken, en selecteer
vervolgens
Route. Selecteer een route
van de lijst.
2 De TRACKER geeft de geselecteerde route
weer op de landkaart.