Operation Manual
TRACKER 5380 Installatie- en bedieningshandleiding
29
NAVMAN
7 Om een waypoint uit een route te
verwijderen:
i Beweeg de cursor naar het te
verwijderen waypoint.
ii Druk op
en selecteer
Verwijderen. Het waypoint is
verwijderd van de route, maar het
waypoint is niet gewist.
8 Herhaal dit proces totdat de route klaar is.
Bekijk de route en controleer dat de route
niet over land of door gevaarlijk water gaat.
Druk vervolgens op
.
Of om de route die gecreëerd werd te
wissen:
i Druk op
en selecteer Wissen.
ii Selecteer Ja om te bevestigen.
Tip: De afstands- en peilingcalculator kan
ook worden gebruikt om een koers in te voeren
en deze als route te bewaren (zie paragraaf
3-3).
B. Een nieuwe route creëren vanuit het
routebeeldscherm
1 Druk in het routebeeldscherm op
en selecteer
Creëren.
2 Er wordt een nieuwe route weergegeven,
met een standaard naam en zonder
waypoints.
3 Om de naam van de route te veranderen:
i Selecteer de routenaam bovenaan het
beeldscherm en druk op
.
ii Verander de naam indien gewenst.
iii Druk op
.
4 Om een waypoint in een route in te voeren:
i Selecteer waar het waypoint dient te
komen:
Om een eerste waypoint in
een nieuwe route in te voegen,
selecteer Etappe 1.
Selecteer, om een waypoint aan het
eind van een route in te voegen, de
ongebruikte etappe onderaan de
lijst met waypoints.
Selecteer anders het waypoint waar
het nieuwe waypoint vóór geplaatst
moet worden.
ii Druk op
. Een lijst met waypoints
wordt weergegeven. Selecteer het
waypoint dat gebruikt gaat worden.
Als een waypoint wordt ingevoerd, worden
automatisch de afstand en peiling van elke
etappe weergegeven. Indien de route meer
waypoints heeft dan op het scherm passen,
druk dan op
of om ze te zien.
5 Om een waypoint uit een route te
verwijderen:
i Selecteer het te verwijderen waypoint.
ii Druk op
en selecteer
Verwijderen.
6 Herhaal dit proces totdat de route klaar is.
7 Druk op
.
8 Geef de route weer op de landkaart (zie
paragraaf 6-2-3) en controleer dat de route
niet over land of door gevaarlijk water
gaat.
Zie paragraaf 3-1-3.
6-2-2 Een route bewerken
Een route van landkaart A bewerken
1 Selecteer in het routesbeeldscherm de
te bewerken route. Druk op
en
selecteer
Bewerken op landkaart.
2 De geselecteerde route wordt
weergegeven op landkaart met een cirkel
om het eerste waypoint.
3 Bewerk de route zoals beschreven in
paragraaf 6-2-1 A, te beginnen bij stap 4.
Een route bewerken vanuit het
routesbeeldscherm:
1 Druk in het routesscherm op
of om
de te bewerken route te markeren. Druk op
en selecteer Bewerken.
2 De geselecteerde route wordt
weergegeven: de routenaam en een lijst
met waypoints.
3 Bewerk de route zoals beschreven in
paragraaf 6-2-1 A, te beginnen bij stap 4.