Operation Manual

TRACKER 5380 Installatie- en bedieningshandleiding
11
NAVMAN
2-4 Achtergrondlicht en nachtstand
Druk om naar het achtergrondlichtscherm te
gaan kort op
. Druk wanneer u klaar bent
op .
Achtergrondverlichting
Het beeldscherm en de toetsen zijn verlicht.
Selecteer om het achtergrondlichtniveau te
veranderen
Achtergrondlicht, druk dan
op om te dimmen of op voor feller licht.
Tip: Druk twee keer op voor het felste
licht, met maximaal achtergrondlicht en de
nachtstand uitgeschakeld.
Nachtstand
In de nachtstand wordt het palet voor alle
beeldschermen ingesteld.
Normaal palet, voor overdag
Een palet dat is geoptimaliseerd voor ‘s
nachts.
Selecteer Nachtstand om de stand te
veranderen en druk dan op
. Om alleen het
landkaartpalet te veranderen, zie paragraaf
14-2.
De MOB-functie bewaard de positie van de
boot en navigeert vervolgens terug naar dit
punt.
Waarschuwing: MOB functioneert niet
indien de TRACKER geen GPS-positie heeft.
1 Druk op
.
De TRACKER bewaart de positie van de
boot als een waypoint, MOB genaamd.
2 De TRACKER wisselt naar het
landkaartbeeldscherm, met het MOB-
waypoint in het midden van de kaart.
2-5 Man overboord (MOB)
De landkaart zoomt in voor accurate
navigatie. Indien de landkaart de
benodigde kleine schaal niet weer kan
geven, wisselt de TRACKER naar de
plotterstand (een wit beeldscherm met
kruisarcering zonder kaartdetails, zie
paragraaf 14-2).
3 De TRACKER stelt het MOB-waypoint in als
de bestemming waar naar toe genavigeerd
moet worden.
2-3 Auto power in- en uitschakelen
Handmatig inschakelen
Druk indien de TRACKER niet voorzien is
van auto power-bedrading op
om het
instrument in te schakelen. Indien nodig kan
het beeldscherm worden aangepast zodat het
goed leesbaar is (zie paragraaf 2-4).
Opmerking: Indien de TRACKER niet voorzien
is van auto power-bedrading registreert de
TRACKER geen motoruren en misschien ook
geen brandstofverbruik (zie paragraaf 15-4).
Handmatig uitschakelen
Indien de TRACKER niet voorzien is van auto
power-bedrading of als de contactschakelaar
uit staat, houdt dan
ingedrukt totdat het
beeldscherm inschakelt.
Auto-power
Indien de TRACKER voorzien is van auto
power-bedrading (zie paragraaf 15-4), dan:
Zal de TRACKER automatisch inschakelen
als het contact van de boot ingeschakeld
wordt.
Kan de TRACKER niet worden uitgeschakeld
als het contact nog aan is.
Indien
Auto power uit (zie
paragraaf 14-1) is , dan zal de TRACKER
automatisch uitschakelen wanneer het
contact van de boot uitgeschakeld wordt.
Indien
Auto power uit (zie paragraaf
14-1) is , dan blijft de TRACKER aan
wanneer de boots contactschakelaar
uitgeschakeld wordt. De TRACKER kan nu
handmatig worden uitgeschakeld.