Operation Manual

MULTI 3100 Spiegeltransducer Installatie HandleidingNAVMAN
8
3-7 Kalibratie snelheid
Kalibratie kan wenselijk zijn omdat verschillende
rompvormen verschillende stromingseigenschappen
hebben. Snelheidskalibratie kan toegepast worden op
de snelheid of op het log, zoals hieronder beschreven.
Snelheidsmetingen van een GPS-ontvanger (zie sectie
8-1) kunnen voor kalibratie worden gebruikt.
Kalibreren van snelheid
Voor deze methode moet u een constante snelheid
varen. Hiervoor gebruikt u de snelheid die de GPS-
ontvanger aangeeft, volgt u een andere boot waarvan
de snelheid u bekend is, of meet u de tijd die u over
een bepaalde afstand doet.
Voor accurate kalibratie moet:
De snelheid op de GPS ontvanger hoger dan 5
knopen zijn.
De snelheid van een schoepentransducer
tussen de 5 en 20 knopen zijn.
Het beste resultaat bereikt u als de omstandigheden
kalm zijn en er weinig stroming is (m.n. tijdens eb of
vloed).
Blijf op dezelfde constante snelheid varen en
kalibreer de snelheid als volgt:
1 Druk verschillende keren op + totdat het
snelheidskalibratiescherm verschijnt (hierna
maakt het niet uit of de boot van snelheid
verandert):
Gemeten
snelheid
2 Druk op of om de weergegeven snelheid
naar de gemeten snelheid van de boot te
veranderen.
3 Druk op .
Kalibreren van log
Als u deze methode gebruikt, vaar dan in een rechte
lijn over een bekende afstand. U bereikt het beste
resultaat wanneer er een minimale stroming is
(tijdens hoog of laag tij). Invloed van de getijden kan
worden beperkt door de afstand heen en weer te
varen, parallel aan de stroming.
1 Reset het triplog aan het begin van de te
meten route (zie sectie 4-1). Vaar de route in
een rechte lijn heen en weer.
2 Aan het eind noteert u de triplog afstand (zie
sectie 4).
3 Druk verschillende keren op + totdat het
Log Kalibratiescherm in beeld komt:
4 Druk op of om de weergegeven
afgelegde afstand te veranderen naar de in
werkelijkheid afgelegde routeafstand.
5 Druk op .
Afgelegde
afstand
4 Log en cumulatief log
De MULTI 3100 heeft twee afstandloggen:
LOG: Afstand van de tocht. De gevaren afstand
nadat log gereset werd.
TOTAL LOG: Totale afstand. De gevaren afstand
nadat cumulatieve log gereset werd.
De log eenheden zijn NM (nautische mijlen), KM or
M (mijlen) en zijn in overeenstemming met de
snelheidseenheden. Als bv. de eenheid voor snelheid
KPH (kmp/u) is dan is de log eenheid KM (zie sectie
3-1).
4-1 Log resetten
Als u reset springt het log (afstand van de tocht) terug
naar nul:
1 Druk op totdat LOG wordt weergegeven.
2 Druk op + .
4-2 Cumulatief log resetten
Als u reset springen de cumulatieve log afstand (totale
afgelegde afstand) als ook de log en de gemiddelde
snelheid naar nul:
1 Druk op totdat TOTAL LOG (cumulatief log)
wordt weergegeven.
2 Houd + 5 seconden vast.
Cumulatief
log