Operation Manual

Appendix C – Problemen oplossen
Deze probleemwijzer gaat ervan uit dat u deze
handleiding gelezen en begrepen heeft.
Het is vaak mogelijk om moeilijkheden op te
lossen zonder dat het apparaat voor reparatie
naar de fabriek wordt gezonden. Wij verzoeken u
vriendelijk om deze sectie door te lezen voordat
u contact opneemt met uw Navman dealer.
Geen van de onderdelen dient door de gebruiker
onderhouden te worden. Om waterdichtheid en
het correct in elkaar zetten te controleren zijn
specifieke methodes en testinstrumenten
nodig. Reparaties dienen alleen uitgevoerd te
worden door servicecenters die door Navman
NZ Limited zijn goedgekeurd. Gebruikers die
zelf hun instrument onderhouden maken de
garantie ongeldig. Meer informatie vindt u op
onze website: www.navman.com.
1 Kan het instrument niet inschakelen
a Zekering doorgebrand of
stroomonderbreker in werking gesteld.
b Voltage accu ligt niet tussen 10,5 en
16,5 V DC.
c Stroom/datakabel beschadigd.
2 G-PILOT 3100 maakt te vaak
koerscorrecties:
De responswaarde is te laag (Zie
G-PILOT 3100 Bedieningshandleiding).
3 Wanneer een rechte koers gevaren
wordt gaat de boot van de ene kant van
de koers naar de andere kant:
a De boot dient van de ene kant van de
koers naar de andere kant te varen
wanneer de G-PILOT 3100
stuurfunctie is geoptimaliseerd.
b Wissel naar een pro el dat passend is
voor de snelheid van de boot en de
condities op het water (zie G-PILOT
3100 Bedieningshandleiding).
c Indien de boot te ver van de koers
afdrijft dient u respons, ratio,
tegenroertoename, GPS-toename
(indien G-PILOT op GPS-stand staat)
of windtoename aan te passen (indien
G-PILOT op windstand staat) (zie
G- PILOT 3100 Bedieningshandleiding)
4 De boot raakt van koers wanneer u een
rechte koers vaart.
a Wissel naar een pro el dat passend
is voor de snelheid van de boot en de
condities op het water (zie G-PILOT
3100 Bedieningshandleiding).
b Pas respons, ratio, tegenroertoename
(gain),GPS-toename (indien
G-PILOT op GPS-stand staat) of
windtoename aan (indien G-PILOT op
windstand staat) (zie G-PILOT 3100
Bedieningshandleiding)
5 Wanneer u een grote koersverandering
maakt volgt de boot de verwachte koers
niet:
a Wissel naar een pro el dat passend
is voor de snelheid van de boot en de
condities op het water (zie G-PILOT
3100 Bedieningshandleiding).
b Controleer of de TURN RATE (draai-
tempo) niet te laag is (ga naar TURN
RATE in het opties-menu zie G-PILOT
3100 Bedieningshandleiding).
c Pas de tegenroertoename aan (zie G-
PILOT 3100 Bedieningshandleiding).
6 Boot draait te scherp:
Verlaag de draaitempo-instelling (ga
naar TURN RATE in het opties-menu
zie G-PILOT 3100 Bedienings-
handleiding).
7 Het woord SIMULATIE ikkert op het
beeldscherm, de weergegeven waarden
zijn onverwacht:
Het instrument bevindt zich in de
simulatiestand (Zie G-PILOT 3100
Bedieningshandleiding).
8 Het beeldscherm beslaat:
a Vochtige lucht is door het luchtgat
de achterkant van het apparaat
binnengedrongen. Zorg dat de boot
gelucht wordt of gebruik apparaat met
felste achtergrondverlichting.
b Water is door het luchtgat de achterkant
binnengedrongen. Retourneer het
apparaat voor onderhoud.
Opmerking a Alarm stelt interne en externe (optionele) buzzers in werking; druk op
een willekeurig toets om het alarm uit te schakelen en druk vervolgens
op ESC om het alarmbericht te annuleren
c De G-PILOT 3100 verandert naar kompasstand
m De G-PILOT 3100 stand verandert niet
s De G-PILOT 3100 verandert naar STBY.