Operation Manual
G-PILOT 3100 Bedieningshandleiding
NAVMAN
72
navigatiedata (zie sectie 5-1); aansluiting
op een GPS-instrument is nodig.
WND: Windhoek (zie sectie 6-1). Om APP
(schijnbare) of TRUE (ware) windhoek weer
te geven gaat u naar WINDTYPE in het
VESSEL (vaartuig)-menu (zie sectie 3-7).
BAT: G-PILOT 3100
stroomvoedingsvoltage
CUR: Stuuraandrijvingsstroom, de
aandrijving kan getest worden door
de stroomsterkte tijdens een jog te
controleren (zie sectie 2-6).
OFF: er wordt niets weergegeven.
3-5 Alarmen
Wanneer de G-PILOT 3100 een alarmconditie
waarneemt wordt een waarschuwing
weergegeven, het alarmsymbool op het
beeldscherm fl ikkert, het interne alarm klinkt en
externe buzzers en lichten treden in werking.
Druk op een willekeurige toets om het alarm
uit te schakelen en vervolgens op ESC om het
alarmbericht te annuleren.
De G-PILOT 3100 heeft twee soorten alarmen,
interne alarmen en gebruiker gedefi nieerde
alarmen.
Om de gebruiker gedefi nieerde
alarmen in of uit te schakelen en om
de alarmcondities in te schakelen zie
ALARM-menu, sectie 3-7).
Voor een overzicht van alarmen en wat ze
betekenen, zie appendix B.
Accu-bijna-leeg-alarm
Indien de stroomvoeding van de G-PILOT
3100 onder de accu-alarm-waarde komt
geeft de G-PILOT 3100 een ACCU FOUT-
alarm en het accu-bijna-leeg-symbool van
de G-PILOT 3100 zal fl ikkeren. Indien de
G-PILOT op AUTO staat dan functioneert de
besturingsaandrijving misschien niet indien
het voedingsvoltage te laag is. We bevelen
overschakeling op HAND STEER aan (zie
sectie 2-5).
3-6 Simulatiestand
De simulatie-instelling biedt u de mogelijkheid
om aan wal aan het instrument te wennen.
Het woord SIMULATIE fl ikkert op het
beeldscherm.
Om Simulatie in en uit te schakelen:
1 Schakel het instrument uit (zie sectie 2-1).
2 Houd AUTO vast terwijl u het instrument
weer inschakelt. (zie sectie 2-1).
3-7 Gebruik van de menu’s
De menu’s beschikken over data en functies
die het functioneren en het gebruik van de
G-PILOT 3100 regelen.
Bekijken of veranderen van menudata
1 Voor normaal gebruik, kies MENU.
2 Om data in het hoofdmenu (MAIN) te
selecteren:
druk op < of > totdat de benodigde data
wordt weergegeven en druk op ENT
Om data in andere menu’s te selecteren:
i druk op < of > totdat CONFIG > wordt
weergegeven; druk op ENT
ii druk op < of > totdat het gewenste
menu wordt weergegeven; druk op
ENT
Opmerking: Een > na een naam geeft
aan dat dit item een menu is.
3 Om data te veranderen:
druk een of meerdere keren op < of >
houd < of > vast om de data in stappen
van tien te veranderen
om de data naar de standaard
instelling terug te veranderen (zie
volgende pagina), druk op < + >.
4 Druk op ENT om gewijzigde data te
bewaren of op ESC om de wijziging te
negeren.
5 Druk een of meerdere keren op ESC om
het menu te verlaten of herhaal stappen
2 tot 4 om andere data te bekijken of
veranderen.
Sneltoets: Na het bekijken of veranderen
van data houdt u ESC vast om de menu’s
te verlaten
De G-PILOT geeft een lange piep wanneer
u het menu verlaat. Indien langer dan 30
seconden geen toets wordt ingedrukt dan
verlaat de G-PILOT het menu automatisch.
MAIN(hoofd)-menu
RESPONS Hoe ver de koers afwijkt voordat
de G-PILOT 3100 de koers corrigeert (1 tot 10,
A1 tot A5; standaard instelling afhankelijk van
vaartuigtype) (zie sectie 7-1).
RATIO Geeft aan in welke mate de G-PILOT
3100 het roer draait om de koers te corrigeren