www.navman.com G-PILOT 3100 A U T O P I L O T Operation Manual Français............ 2 Deutsch .......... 34 Nederlands .....
Inhoud Belangrijk .............................................................................................65 1 Introductie .........................................................................................66 1-1 Een gebruikelijke installatie...................................................................... 66 2 Standaard bediening ........................................................................67 2-1 In- en uitschakelen ...............................................................
Appendix A - Specificaties..................................................................91 Appendix B - Alarm en waarschuwingsberichten ............................91 Appendix C - Problemen oplossen ....................................................93 Appendix D - Contactinformatie.........................................................
1 Introductie De G-PILOT 3100 automatische piloot heeft drie stuurstanden: Kompas: de boot zeilt in een vastgestelde kompasrichting Wind: De boot zeilt en laveert naar een vaste hoek t.o.v. de wind (hiervoor is een windinstrumentaansluiting benodigd, zoals Navman’s WIND 3100-serie). GPS: De boot zeilt naar een bestemming volgens een vastgestelde route (hiervoor is een GPS-instrumentaansluiting benodigd, zoals Navmans’s TRACKER kaartplotter).
2 Standaard bediening Het beeldscherm Beeldscherm en toetsen zijn verlicht (zie sectie 3-1) Balk-data (roer of koersfout, zie sectie 3-3) Hoofdscherm laat altijd koersrichting van de boot zien (zie sectie 3-2).
3 4 5 Inschakelen, gebruiken en uitschakelen van de G-PILOT: Voor kompas-stand: zie sectie 4. Voor GPS-stand: zie sectie 5. Voor wind-stand: zie sectie 6. Het is mogelijk om de stuurstand te veranderen terwijl u vaart, bijv.: Verander van GPS naar kompas aan het eind van een route. Verander op een zeilboot van wind naar kompas of GPS wanneer u van zeil naar motor wisselt (zie sectie 3-4).
Instelling van de stuurstand via het menu Ga naar STER MODE in het hoofdmenu (zie sectie 3-7) en kies COM (kompas), GPS of WIND. De stuurstand instellen via een sneltoets Houd MENU vast om rechtstreeks naar het stuurstandmenu te gaan. Opmerking Voor gebruik van de GPS-stand dient de G-PILOT data te ontvangen van een compatibel GPS-instrument, omdat de G-PILOT anders NO DATA weer zal geven.
2-6 Jog-besturing Wanneer de G-PILOT op STBY (stand-by, zie sectie 2-5) staat, dient de schipper de boot handmatig te sturen. Indien de G-PILOT 3100 echter het roer kan draaien wordt dit jog-sturen genoemd.
3 Bediening 3-1 Instelling achtergrondlicht scherm en toetsen Om het achtergrondlicht aan te passen gaat u naar LAMP in het hoofdmenu (zie sectie 3-7). De opties zijn OFF (uit) of 1 (minst fel) tot 4 (felst). 3-2 Koersrichtings (heading)beeldscherm Koersrichting Ware of magnetische koers Indien het roer meer dan 30° is gedraaid dan geeft het beeldscherm 30° weer en is het pijltje zichtbaar: Roerhoek is de hoek die het roer maakt met midscheeps.
navigatiedata (zie sectie 5-1); aansluiting op een GPS-instrument is nodig. WND: Windhoek (zie sectie 6-1). Om APP (schijnbare) of TRUE (ware) windhoek weer te geven gaat u naar WINDTYPE in het VESSEL (vaartuig)-menu (zie sectie 3-7). BAT: G-PILOT 3100 stroomvoedingsvoltage CUR: Stuuraandrijvingsstroom, de aandrijving kan getest worden door de stroomsterkte tijdens een jog te controleren (zie sectie 2-6). OFF: er wordt niets weergegeven.
Overzicht van menu’s en data MAIN menu Response Ratio Lamp Bar data Info data Steer mode Profile CONFIG > menu ALARMS > menu Course error alarm XTE alarm Waypoint acknowledge Wind alarm Battery alarm Current alarm OPTIONS > menu Counter rudder gain Trim gain GPS gain Wind gain Dodge angle Tack angle Gybe angle Tack delay Turn rate VESSEL > menu (STBY only) Vessel type Drive type Wind type Heading type Magnetic variation DEVICES > menu (STBY only) Calibrate rudder feedback unit Centre rudder feedback unit Ca
(1 tot 10 of UIT; standaardinstelling afhankelijk van vaartuigtype) (zie sectie 7). GPS GAIN GPS toename (gevoeligheid), gebruikt voor het optimaliseren van stuurfunctie (1 tot 10 of UIT; standaard = 3) (zie sectie 7). WIND GAIN Wind toename (gevoeligheid), gebruikt voor het optimaliseren van stuurfunctie (1 tot 10 of UIT; standaard = 1) (zie sectie 7). DODGE ANG De hoek waarmee de koers zal wijzigen in een ontwijkingsmanoeuvre (5° tot 30°; standaard = 20°) (zie secties 4-4, 5-3 of 6-4).
3-8 Toetsenoverzicht Stroom aan Houd AUTO + MENU AUTO STBY (standby) Automatische piloot stuurt niet, stuur handmatig AUTO vasthouden AUTO De automatische piloot stuurt de AUTO boot MENU MENU MENU vasthouden < > Houd MENU < + > Roer naar midscheeps verplaatsen (zie sectie 2-6) Deze functies kunnen alleen worden gebruikt in kompas- of windstand, niet in GPS-stand MENU +> Ontwijken naar stuurboord (druk op ESC om naar de koers terug te keren of, op kompasstand, druk op ENT om de nieuwe koers aan te ho
4 Kompas stuurstand De G-PILOT 3100 kan de boot op drie manieren besturen: kompas, GPS of wind. Om een passende stand te kiezen, zie sectie 2-4. In kompasstand stuurt de G-PILOT de boot naar een vastgestelde koers, CTS (course to steer = te sturen koers) genaamd. 4-1 Kompasstuurdata Bootrichting, 45° Koersfout, 10° naar stuurboord CTS (te sturen koers, de voorgenomen automatische pilootkoers) 55° 4-2 Starten en stoppen van de kompasstand van de G-PILOT 3100 Stuur de boot handmatig naar open water.
Wanneer de G-PILOT 3100 is ingeschakeld Houd AUTO vast om naar GPS-stand te schakelen (indien vaartuig planerend PLNE (planerend) of DISP (waterverplaatsend) is) of naar windstand (indien vaartuig is SAIL). Golven of wind kunnen de boot van koers doen geraken. De G-PILOT 3100 zal te boot weer op koers brengen, bijv.: Wind of stroming kunnen de boot naar een kant van de koers drukken, bijv.
4-4 Ontwijken in de kompasstand (=DODGE) Een ontwijking is een scherpe koersverandering, normaal gesproken om een obstakel te ontwijken. Druk op MENU + < om met de ontwijkingshoek naar bakboord te ontwijken. Druk op MENU + > om met de ontwijkingshoek naar stuurboord te ontwijken. Bijvoorbeeld: Heading = 45° CTS = 45° Druk op MENU + < Druk op ENT om in de nieuwe koersrichting (heading) verder te gaan CTS (te sturen koers) verandert met de ontwijkingshoek. Boot verandert naar nieuwe koers, G-PILOT piept.
5 GPS-stuurstand De G-PILOT 3100 kan de boot op drie manieren besturen: kompas, GPS of wind. Om de meest geschikte stand te selecteren, zie sectie 2-4. In GPS-stand gebruikt de G-PILOT data van een GPS om de boot over een route of naar een waypoint te sturen.
5-2 Starten en stoppen van de GPS-stand van de G-PILOT 3100 Stuur de boot handmatig naar open water. Start de GPS-navigatie naar een waypoint op een route of naar een op zich staand waypoint. BRG (richting van de GPS-koers) Bootrichting (heading) Geplotte GPSkoers naar een waypoint XTE (afstand tot GPS-koers) Om AUTO te starten houd AUTO ingedrukt Om HAND STUUR te starten Houd AUTO + MENU ingedrukt AUTO: HANDSTEER: Geplotte GPSkoers De G-PILOT stuurt de boot automatisch. Stuur de boot handmatig.
Wanneer de G-PILOT 3100 is ingeschakeld Houd AUTO ingedrukt om naar de kompasstand te veranderen. Stroming: Wind of stroming kunnen de boot van de GPS-koers duwen. De G-PILOT 3100 zal de boot terug op koers sturen: Indien de GPS een route volgt en de boot een tussenliggend waypoint bereikt: Indien WPT AKN (bevestigen) uit is dan zal de G-PILOT automatisch naar het volgende waypoint op de route sturen.
6 Windstuurstand De G-PILOT 3100 kan de boot op drie manieren besturen: kompas, GPS of wind. Om de meest geschikte stand te selecteren, zie sectie 2-4. In wind-stand stuurt de G-PILOT de boot naar een vastgestelde hoek t.o.v. de wind, SWA (geplande windhoek) genaamd. 6-1 Windstuurdata Bootrichting (heading) Koersfout, 10° naar stuurboord CTS (geplande koers van de automatische piloot, om de SWA (geplande windhoek) te bereiken.
Ware en schijnbare windsnelheid en -richting De G-PILOT info-data kan TRUE (ware windhoek) of APP (schijnbare windhoek) weergeven (zie sectie 3-4). Ware windsnelheid en –richting zijn waarden die gecorrigeerd zijn voor snelheid van de boot door de lucht. Indien de boot beweegt dan verschilt de schijnbare windsnelheid van de ware windsnelheid en de schijnbare windrichting verschilt van de ware windrichting, zoals onderstaand weergegeven.
6-2 Starten van de windstand van de G-PILOT 3100 Stuur de boot handmatig naar open water. Vaar rechtuit op de geplande route. De G-PILOT info-data kan TRUE (ware windhoek) of APP (=schijnbare windhoek) weergeven (zie sectie 3-4). Bijvoorbeeld: Wind APP = P40° Koersrichting = 45° Om HAND STEER te starten houd AUTO + MENU ingedrukt Om AUTO te starten Houd AUTO ingedrukt HANDSTEER: AUTO: Stuur de boot handmatig.
Wanneer de G-PILOT is ingeschakeld Houd AUTO ingedrukt om naar kompasstand te veranderen Indien de windrichting verandert zal de boots richting (heading) veranderen zodat de geplande windhoek hetzelfde blijft.
6-4 Ontwijken in windstand (=DODGE) Een ontwijking is een scherpe koersverandering, normaal gesproken om een obstakel te ontwijken. Druk op MENU + < om met de ontwijkingshoek naar bakboord te ontwijken. Druk op MENU + > om met de ontwijkingshoek naar stuurboord te ontwijken. Bijvoorbeeld: Druk op Druk op ESC om Wind MENU + < terug te keren naar de voorgaande windhoek SWA verandert door de ontwijkingshoek. Boot komt tot een nieuwe windhoek. SWA = 40° De G-PILOT piept.
Voorbeeld: SWA is 120°, dus de boot zal gijpen. De wendhoek is niet op AUTO ingesteld: Voorbeeld: SWA is 40°. De wendhoek is op AUTO ingesteld dus de boot zal een keer van richting veranderen: Wind Eind van de koersverandering, boot is op nieuwe SWA Druk op AUTO + > om een gijp naar stuurboord te initiëren. De G-PILOT 3100 telt de laveervertraging af. Om de gijp op een willekeurig moment te annuleren, druk op ESC De koers verandert zodat de SWA voor en na de koersverandering hetzelfde zijn.
7 Optimaliseren stuurfunctie 7-1 De stuurparameters De G-PILOT 3100 heeft zes stuurparameters die aangepast kunnen worden om de stuurfunctie te optimaliseren: Response Hoe ver de boot van koers kan geraken voordat de G-PILOT het roer terugdraait naar de correcte koers. Een langere respons betekent dat de boot verder van koers kan geraken voordat de G-PILOT corrigeert. Om te wijzigen, ga naar RESPONSE in het hoofd-menu (zie sectie 3-7). Kies uit 1 tot 10, A1 tot A5.
de G-PILOT vijf stuurparameterseries in het geheugen. Elke serie wordt een profiel genoemd en de profielen zijn 1 tot 5 genummerd. Om een profiel te selecteren gaat u naar PROFIEL in het HOOFD-menu (zie sectie 3-7). 1 Wanneer de G-PILOT wordt geïnstalleerd zijn de stuurparameters in alle profielen ingesteld naar hun standaard waarden. 2 Selecteer profiel 1 en pas de stuurparameters aan voor optimaal sturen onder bepaalde condities (zie sectie 7-3).
Probleem: Na een grote koersverandering duurt het te lang voordat de boot zich op de nieuwe koers stabiliseert. Tegenroertoename verminderen Probleem: Na een zijwaartse stroming of wind wordt de correctie te snel of te langzaam uitgevoerd. Als de boot een zijwaartse kracht ondervindt dan zal zij zijwaarts van koers geraken. De G-PILOT zal de boot automatisch terugbrengen in de correcte richting door een paar graden roer te geven, trim genaamd. Trimtoename geeft aan hoe snel de trim wordt toegepast.
Appendix A – Specificaties Elektrisch Heavy duty stroomvoorziening 10,5 tot 16,5 V DC, max 20 A Light duty stroomvoorziening 10,5 tot 16,5 V DC: Hoofdinstrument: 80 mA. Elk beeldscherm, 30 mA zonder achtergrondlicht, 110 mA met volledig achtergrondlicht. Andere optionele instrumenten: lees de bedieningshandleiding van het instrument. Interfaces NavBus verbinding naar andere Navman-instrumenten.
CSU ERROR CUR ALARM DRV ERROR GPS ERROR GSU ERROR MCU ERROR NAV ERROR NEXT WPT? NO DATA of NVM ERROR PHA ERROR RFU ERROR ROUTE END TRK ERROR TAK ERROR WND ALARM WND ERROR XTE ALARM 92 Kompas stuurt geen data naar Controleer dat kompas op hoofdinstrument hoofdinstrument is aangesloten, service kompas Stroom naar motor is groter dan door Controleer dat stuuraandrijving niet gebruiker ingestelde max. waarde vastzit.
Opmerking a c Alarm stelt interne en externe (optionele) buzzers in werking; druk op een willekeurig toets om het alarm uit te schakelen en druk vervolgens op ESC om het alarmbericht te annuleren De G-PILOT 3100 verandert naar kompasstand m s De G-PILOT 3100 stand verandert niet De G-PILOT 3100 verandert naar STBY. Appendix C – Problemen oplossen Deze probleemwijzer gaat ervan uit dat u deze handleiding gelezen en begrepen heeft.
Appendix D - How to contact us NORTH AMERICA Navman USA Inc. 30 Sudbury Rd, Acton, MA 01720. Toll Free: +1 866 628 6261 Fax: +1 978 897 8264 e-mail: sales@navmanusa.com web:www.navman.com AUSTRALIA Navman Australia Pty. Limited Unit 2 / 5-13 Parsons St. Rozelle, NSW 2039, Australia. Ph: +61 2 9818 8382 Fax: +61 2 9818 8386 e-mail: sales@navman.com.au web: www.navman.com OCEANIA New Zealand Absolute Marine Ltd. Unit B, 138 Harris Road, East Tamaki, Auckland.
.
Lon 174° 44.535'E G-PILOT 3100 Operation Made in New Zealand MN000228A NAVMAN Lat 36° 48.