Operation Manual
38 NAVMAN Diesel brandstof-flow-sensorkit Installatie- en bedieningshandleiding
Brandstofingang /
uitgangspoort
Omleidingsklep (zie onderstaand)
Brandstofingang /
uitgangspoort
Bevestigingsbeugel
Identificatieband:
Blauw: sensor aanvoerleiding
Rood: sensor retourleiding
LED, knippert als er brandstof
langs stroomt. stroomt door
sensor (onder)
1 -4 Een diesel-flow-sensor
1 -5 De omleidingsklep
Elke flow-sensor is voorzien van een
omleidingsklep:
Omleidingsklep
Normale positie, brandstof
stroomt door sensor
Omleidingsklep
Omleidingspositie, brandstof
stroomt direct van de
sensoringang naar de uitgang
en gaat niet door de sensor
- maak hiervan gebruik als u
denkt dat de sensor niet goed
functioneert.
2 Installatie van de diesel-flow-sensorkit
De brandstofleidingen zijn aangepast en
hebben tijdelijke ‘rechtdoor’-leidingen op
plaatsen waar de sensoren geplaatst gaan
worden. De motor moet draaien en dan
worden de echte sensoren geplaatst. Deze
procedure zorgt ervoor dat vuil van de
installatie niet in de sensoren komt.
De aanbevolen installatievolgorde is:
1. Lees deze handleiding en de
documentatie die bij andere onderdelen
wordt geleverd. Lees Appendix A
voor achtergrondinformatie over
brandstofleidingen en fittingen.
2. Installeer het beeldscherm (zie juiste
Installatie- en bedieningshandleiding)
3. Plan de installatie en kies waar de
brandstofflowsensoren en -kabel zullen
komen (zie Sectie 3). Kies de juiste fittingen
voor het aansluiten van de sensoren op de
brandstofleidingen (zie Appendix A).
4. Installeer de tijdelijke ‘rechtdoor’-leidingen
in de brandstofleiding waar later de
sensoren zullen worden geplaatst (zie
Appendix A).
5. Laat de brandstof uit de brandstofleidingen
lopen en laat de motor testdraaien.
2 -1 Installatievolgorde
Twee elektrische
connectors (onder)










