Operation Manual

51 NAVMAN Diesel brandstof-flow-sensorkit Installatie- en bedieningshandleiding
Indien nodig dient u de pijp in een ‘S’-bocht te
buigen, zodat het aansluit op de sensorpoort,
65mm van het oppervlak waar de sensor zal
worden bevestigd. Houd de sensor met de
hand op zijn plaats om er zeker van de zijn dat
de pijp aansluit op de sensorpoort.
Voorzichtige bochten met een grote radius
kunnen worden gemaakt door de pijp met de
hand rond een ronde vormer te buigen. Wees
voorzichtig de pijp niet te kinken of plat te
drukken. Indien er beperkte ruimte is en u een
bocht met een kleine radius moet maken, dan
zult u een pijpenbuiger moeten gebruiken.
Buig de pijp niet te dicht bij het uiteinde - u
heeft minimaal 50 mm of meer rechte pijp
nodig om de flensmoer te plaatsen en voor het
goed werken van de flenstang.
Indien nodig dient u een pijpsnijder te
gebruiken om de pijp op de juiste lengte te
snijden om op de sensorpoort aan te sluiten.
Maak bochten niet te nauw en snijdt de pijp
niet te kort af. Het is verstandig om met de
mogelijkheid rekening te houden dat u een
fout maakt in het flensproces en dat u uw
eerste poging af moet snijden om nogmaals
te beginnen. Het is beter om met deze
mogelijkheid rekening te houden dan om de
pijp zo kort mogelijk af te snijden.
Om een flensaansluiting op het andere
eind van de sensor aan te sluiten, herhaalt u
bovenstaande stappen 3 en 4 om de pijp te
buigen en snijden, plaatst u een flensmoer en
5
Houd sensor op zijn plaats
Plaats de flensmoer eerst op de pijp!! Flens het
eind van de pijp dan om m.b.v. een flenstang.
Inspecteer de binnenkant van de geflensde
leiding - deze dient glad en vrij van krassen te
zijn. Als dit niet zo is, dient u het af te snijden en
nogmaals te proberen.
Plaats de flensmoer eerst
4
Flensuiteinde van de buis
6
Installeer de gewenste fittingen aan
de ‘rechtdoor’-leiding (gebruik voor
flensverbindingen een cilinderaansluitings-
fitting):
1 Voorzie de ¼ NPT schroefdraad van de
fitting van afdichtingband/pasta.
Waarschuwing: Zorg ervoor dat
schroefdraadafdichtingsband- of
pasta niet kunnen afbreken en in de
brandstofleiding kunnen geraken (zie
Appendix A-5).
2 Schroef elke fitting aan de ‘rechtdoor’pijp.
Gebruik een (moer)sleutel voor de fitting
en een andere aan de vlakke kant van de
‘rechtdoor’-pijp.
Het maakt niet uit van welke kant de
‘rechtdoor’-pijp de brandstofleiding in gaat.
7
Plaats de ‘rechtdoor’-pijp. Draai elke fitting
met het juiste gereedschap vast (voor een
flensverbinding gebruikt u een (moer)sleutel
voor de flensmoer en de cilinderaansluiting).
De fitting dient vast aangedraaid te worden om
lekkage te voorkomen. Herplaats pijpklemmen
die u eerder had verwijderd.
Opmerking: Laat de flensmoer aan de
uitlaatkant van de installatiepijp nu los (zie
Sectie 3-4, stap 5).
flenst u het uiteinde van de pijp. Snijd de pijp
op lengte, zodat het geflenste uiteinde precies
bij de fittingen van de sensorpoort uitkomt.
De precieze af te snijden lengte is afhankelijk
van de hoeveelheid pijp die voor bochten is
gebruikt.
Anders kunt u volgens de instructies van de
fabrikant een ander type fitting gebruiken.
Houd de sensor op zijn plaats en draai de
fittingen met de hand vast om te controleren
dat de pijp aansluit op de sensorpoort en dat er
weinig spanning op de verbindingen staat. Pas
de buigingen in de pijp zo aan dat de sensor
plat op het door u gekozen bevestigingsvlak
ligt.