Operation Manual

48 NAVMAN Diesel brandstof-flow-sensorkit Installatie- en bedieningshandleiding
Waarschuwing: De pick-up wordt dichtbij een
draaiend deel van de motor geïnstalleerd. Raak
bewegende onderdelen niet aan. Bevestig de
pick-up stevig zodat het niet af zal breken en in
de motor vallen. Als u dichtbij de motor werkt,
draag dan geen loszittende kleding en maak lang
haar vast.
1 Verwijder smeer en vuil van de plaats waar
u de reflecterende band op gaat plakken.
Veeg de plaats schoon met een doek of
tissue en gebruik het bijgeleverde doekje
met alcohol om het oppervlak te ontvetten.
2 Verwijder de zelfklevende achterkant van
het band en plak het op zijn plaats op het
ronddraaiende onderdeel.
3 Plaats een bevestigingsblok voor de
tachometer. Houd rekening met de
beweging van de motor door flexibele
bevestiging. De bevestigingsbeugel dient
sterk genoeg te zijn om niet te vibreren als
de motor draait of indien de boot zich in
ruige zee bevindt.
4 Ga verder met de installatie.
6 -2 Bevestiging van de tachometer-pick-up
Appendix A: Opmerkingen over leidingen, fittingen en installatie
Deze sectie beschrijft brandstofleidingterminologie en de fittingen en band die worden gebruikt
om de leidingen aan te sluiten.
A -1 Sensorfittingen
Elke sensor in- of uitgang heeft een of
meerdere fittingen nodig om het op
de brandstofleiding aan te sluiten. Alle
brandstofsensoraansluitingen hebben ¼ NPT
taps, vast binnenschroefdraad.
Welke fittingen nodig zijn is afhankelijk van
waar in de brandstofleiding de sensoren
worden geïnstalleerd. In Sectie 3-3 worden de
bijbehorende issues besproken.
U zal schroefdraadcilinderadapters nodig
hebben die bij het pijpwerk op uw boot
passen. Omdat er wereldwijd zoveel
verschillende schroefdraad- en pijpformaten
zijn is het niet mogelijk voor Navman om alle
mogelijke adapters te leveren. De Navman
brandstofsensoren worden geleverd met
een standaard ¼ NPT binnenschroefdraad
voor de in- en uitgangen. Een redelijke
scheepvaart-, hydraulica- of dieselfittingbe-
nodigdhedenwinkel zal een selectie van
schroefdraad cilinderadapters hebben met ¼
NPT buitenschroefdraad aan de ene kant en
het voor uw boot juiste schroefdraad aan de
andere. Het is beter om ¼ NPT schroefdraad
te gebruiken, maar indien nodig zal een ¼ BSP
buitenschroefdraadfitting passen op een ¼
NPT binnenschroefdraad.
Er zijn verwarrend veel verschillende types pijp
en pijpfittingen. Indien u adapters nodig heeft
die op een bepaalde fitting op uw boot passen,
dan dient u indien het mogelijk is, dat deel
van de fitting van de boot te verwijderen en
mee te nemen naar de winkel. Dit zal u veel tijd
en twijfel besparen. Bedek wel de uiteinden
van de pijpen en fittingen aan boord zodat
hier geen vuil in kan komen en houd rekening
met een beetje brandstof dat uit de pijp zou
kunnen lekken terwijl u in de winkel bent.
De aanvoerleiding naar de motor heeft
vaak een grotere diameter dan de
brandstofretourleiding. Meet beide voordat u
de fittingen gaat kopen.
Brandstofsensoren zijn vaak aangesloten door
massieve koperen pijpen met flensmoeren.
Voor elke aansluiting is een flensmoer nodig
die om de pijp past en een cilinderaansluiting
om de flensmoer op de sensor aan te sluiten.
Voor een 3/8 inch OD pijpaansluiting op een
sensor heeft u nodig:
een 3/8 inch flensmoer
een 3/8 inch flensmoer naar een ¼ NPT
cilinderverbinding met tapse schroefdraad.
U dient de diameter van de brandstofpijp
te weten (zie Appendix A-2). Het plaatsen
van een flensaansluiting wordt beschreven
in Appendix A-6. Hiervoor heeft u een
pijpsnijder, een flenstang, waarschijnlijk een
pijpenbuiger en een aantal flensmoeren nodig.