Operation Manual
DEPTH 3100 Installatie Handleiding
NAVMAN
8
Een correcte installatie is cruciaal voor een goede
werking van het apparaat. Het is van belang dat u
deze sectie van de handleiding en documentatie die
bij eventuele andere onderdelen geleverd is
doorleest voordat u begint met de installatie.
De DEPTH 3100 kan:
Signalen overbrengen naar externe toeters en
lichten voor het alarm.
Data zenden en ontvangen van en naar andere
NAVMAN instrumenten die via NavBus op elkaar
zijn aangesloten. Instellingen voor alarmen,
eenheden, kalibratie en achtergrondverlichting
zijn eender voor alle aangesloten onderdelen (zie
sectie 4-1).
Data zenden en ontvangen van en naar andere
instrumenten via NMEA (zie sectie 4-2).
Waarschuwing
Het apparaat is waterdicht aan de voorkant.
Bescherm de achterkant echter tegen water. Indien
water door het luchtgat het apparaat binnenkomt kan
het beschadigd worden. De garantie dekt schade
door vocht of water dat via de achterkant het apparaat
is binnengekomen niet.
Verzekert u zich ervan dat de installatiegaten die u
maakt de constructie van de boot niet ondermijnen.
Raadpleeg in geval van twijfel een bootbouwer.
6-1 Installatie
DEPTH 3100 beeldscherm
1 Kies een plaats voor het beeldscherm waar het:
Goed zichtbaar is en niet gemakkelijk
beschadigd kan worden.
Tenminste 100 mm van een kompas en min.
500 mm van een radio- of radarantenne is
verwijderd.
Verwijderd is van motoren, TL-verlichting of
spanningsregelaars.
Van achteren goed bereikbaar is: De
minimale ruimte achter het apparaat dient
50 mm te zijn (zie bevestigingsschema).
Aan de achterkant niet nat kan worden.
6 Installatie en instelling
2 Het apparaat dient op een vlak paneel dat niet
dikker is dan 20 mm bevestigd worden. Plak
de bevestigingsmal op de juiste plaats. Boor
een gat van 50 mm door het middelste gat van
de mal. De mal voorziet in ruimte om het
apparaat heen voor een beschermhoes.
3 Verwijder de beschermkap van de achterkant van
het apparaat. Steek de bout aan de achterkant van
het apparaat door het bevestigingsgat. Schroef de
moer er met de hand op vast.
Transducers
1 Als de DEPTH 3100 niet met een tranducer
geleverd wordt, kies dan een geschikte
transducer (zie sectie 5-3). Als de DEPTH
3100 met een transducer geleverd wordt check
dan in sectie 5-3 of deze geschikt is.
2 Kies een geschikte positie voor de transducer
en installeer het door de instructies in de
Transducer Installatiehandleiding te volgen.
3 Installeer de kabels tussen de transducer en
het beeldscherm:
Houdt de kabel apart van andere kabels,
motoren, TL-verlichting, spanningsregelaars
en radio- en radarapparatuur.
Leg de kabel niet in het onderruim
Indien noodzakelijk kunt u de kabel door
verlengkabels verlengen.
Snij een dieptetransducerkabel nooit door.
Maak de kabel met regelmatige tussenruimtes
vast.
4 Verbindt de transducer met het beeldscherm.
De keuze van locatie, de hoek en de installatie
van de transducers is het meest cruciale
onderdeel van de installatie. Als de installatie
niet correct wordt uitgevoerd, kan dit tot gevolg
hebben dat het apparaat niet naar behoren
functioneert. Als u twijfelt, raadpleeg dan uw
NAVMAN dealer. Kunststof “door-de-romp”
transducers zijn niet geschikt voor houten
rompen. Als u twijfelt, raadpleeg dan een
bootbouwer of andere deskundige.
Min. ruimte 50 mm
Maximale dikte 20 mm
Bevestigingsmoer
Kabels
Beeldscherm
Bevestigingsgat
50 mm
Zijaanzicht van de beeldschermbevestiging